1.3 en 1.4 meten en onderzoeken vwo

Wat doen we vandaag?
Controle spullen die je meehebt
Theorie over massa, volume, grootheden, eenheden (HS1 par 3)
Maken opgaven 17, 18, 19, 20 klassikaal
opgave 20 moet je goed noteren, komt op de toets!
Maken (niet af = huiswerk): 
opgaven 21 t/m 27
* je mag alleen fluisteren 
* vinger opsteken als je hulp nodig hebt





1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat doen we vandaag?
Controle spullen die je meehebt
Theorie over massa, volume, grootheden, eenheden (HS1 par 3)
Maken opgaven 17, 18, 19, 20 klassikaal
opgave 20 moet je goed noteren, komt op de toets!
Maken (niet af = huiswerk): 
opgaven 21 t/m 27
* je mag alleen fluisteren 
* vinger opsteken als je hulp nodig hebt





Slide 1 - Tekstslide

Welke spullen heb je altijd mee?
Je boek,
een ruitjesschrift, 
gewone rekenmachine
geodriehoek 
pen
potlood en gum.

Slide 2 - Tekstslide

par 1.3 Meten 
Massa en volume

Slide 3 - Tekstslide

veel massa? 

veel volume? 

Slide 4 - Tekstslide

dichtheid: vergelijken massa als volume hetzelfde is 

Slide 5 - Tekstslide

Dichtheid
ρ
m
V
= dichtheid

= massa

= volume
(g)
(cm3)
(cm3g)

Slide 6 - Tekstslide

Temperatuur omrekenen
  • in natuurkunde en techniek is eenheid van temperatuur Kelvin 
  • 0 K is de laagste temperatuur mogelijk 

  • Tkelvin = TCelsius + 273

  • Tcelsius = Tkelvin - 273

Slide 7 - Tekstslide

Omrekenen...

Slide 8 - Tekstslide

Omrekenen

Slide 9 - Tekstslide

Bereken de dichtheid van het blokje.
    dichtheid = 
 massa/ volume

Slide 10 - Open vraag

Als de dichtheid van een stof kleiner is dan de dichtheid van water zal de stof:
A
Blijven drijven
B
Zweven in water
C
Zinken in water
D
Er gebeurd niets.

Slide 11 - Quizvraag

Wat is dichtheid?
A
De hoeveelheid stof per 1 gram
B
De hoeveelheid stof die je weegt
C
De hoeveelheid stof per 1 cm3
D
De hoeveelheid stof die je ziet

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de eenheid van dichtheid?
Dus waar drukken we dichtheid in uit?
A
mg/ml
B
cm3/g
C
g/cm3
D
km/dag

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Opgaven maken (klassikaal)
klassikaal
opgaven 17 t/m 20

zelfstandig
opgaven 21-27

Slide 18 - Tekstslide

Een heliumballon van 3000 cm3 weegt 2 g. Wat is de dichtheid van deze ballon?

Slide 19 - Open vraag

Leg met het begrip dichtheid uit waarom een steen in water zinkt.

Slide 20 - Open vraag