Startrekenen 1F H9 verhoudingen en breuken les 1

Startrekenen 1F
Hoofdstuk 9

Verhoudingen en breuken
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Startrekenen 1F
Hoofdstuk 9

Verhoudingen en breuken

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van dit hoofdstuk:


Weet je dat verhoudingen en breuken bij elkaar horen

Kun je verhoudingen met hulp van een breuk uitrekenen

Kun je hierbij een verhoudingstabel gebruiken


Slide 2 - Tekstslide

Les 1: verhoudingen en breuken
Aan het einde van deze les:

 - weet je dat verhoudingen en breuken bij elkaar horen.

- kun je hiermee rekenen met hulp van een verhoudingstabel

Slide 3 - Tekstslide

timer
0:30
Wat is een breuk?
Een breuk geeft een deling tussen twee getallen aan:
1/4 = 1 gedeeld door 4.
Breuken worden gebruikt om een deel van het geheel aan te geven:
De pizza is verdeeld in 4 stukken. 1 stuk is 1/4 deel van de hele pizza: ook wel een kwart genoemd. 2 stukken zijn 2/4 deel van de hele pizza.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de teller? Wat is de noemer?
De breuk is 7/15
A
De teller is 15 en de noemer is 7
B
De teller is 7 en de noemer is 15

Slide 6 - Quizvraag

Het getal 4 is de .... van de breuk
4/5

A
Teller
B
Noemer

Slide 7 - Quizvraag

het getal 4 is de .... van de breuk
3/4
A
Teller
B
Noemer

Slide 8 - Quizvraag

Breuken als verhouding
Je kunt een verhouding als breuk schrijven:

3 van de 10 lampen zijn kapot:                 3/10
4 van de 5 treinen rijden op tijd:             4/5
1 op de 4 Nederlanders werkt thuis:      1/4


Slide 9 - Tekstslide

Schrijf de breuk:
1 van de 2 leerlingen is een meisje

Slide 10 - Open vraag

2 op de 5 mensen zijn afwezig

Slide 11 - Open vraag

Van elke 6 auto's rijdt er 1 te hard

Slide 12 - Open vraag

Dennis loopt een stage van 8 weken. Hij heeft er al 5 weken op zitten.

Slide 13 - Open vraag

Blz. 183 in je boek


Maak opdracht 1 

Slide 14 - Tekstslide

Breuken als verhouding
Je kunt een breuk ook als verhouding opschrijven

3/8 van de boeken is verkocht -->                 3 van de 8

3/5 van de mensen woont in een stad --> 3 van de 5

Slide 15 - Tekstslide

Schrijf als verhouding:
3/5 van de bedrijven heeft een eigen kantine

Slide 16 - Open vraag

De helft van de mensen gaat op wintersport

Slide 17 - Open vraag

5/6 van de eieren is kapot gevallen

Slide 18 - Open vraag

Een derde van de kantoren staat leeg

Slide 19 - Open vraag

Blz. 184


Maak opdracht 2

Slide 20 - Tekstslide

Als je een verhouding opschrijft als een breuk, moet je de breuk vereenvoudigen.

Vereenvoudigen (een breuk anders opschrijven) doe je zo:

Slide 21 - Tekstslide

Breuken in een verhoudingtabel
Je gebruikt een tabel zodat je makkelijk kunt vereenvoudigen.
Vereenvoudigen betekent dat je de getallen kleiner maakt.
Als je vereenvoudigt gebruik je altijd "delen door".


Slide 22 - Tekstslide

Dat doen we even voor


Stap 1: ik zet de breuk in een tabel:
Stap 2: ik deel allebei de getallen door dezelfde tafel, net zo lang tot dat niet meer kan.

Slide 23 - Tekstslide

6 van de 10 stukken pizza zijn opgegeten. Welk deel van de pizza is opgegeten?


1. Schrijf de verhouding op.
2. Schrijf de verhouding als breuk
3. Zet de breuk in een tabel
4. Deel allebei de getallen door dezelfde tafel, totdat dit niet meer kan.

Slide 24 - Tekstslide

6 van de 9 glazen zijn leeg. Welk deel van de glazen is leeg?

Slide 25 - Open vraag

Blz. 185 en 186
Maak opdracht 3, 4 en 5

Daarna studiemeter: 
1F --> domein 2 --> oefeningen --> verhoudingen en breuken
Maak deze oefeningen -->

Slide 26 - Tekstslide