Jongeren 1 en 2: Hoe word je wie je bent? en Een lang leren

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Eigenschappen zijn aangeboren of aangeleerd. Je ……………… is vooral aangeleerd.
Welk woord of welke woorden kun je hier invullen?
A
muzieksmaak
B
technisch inzicht
C
voetbaltalent
D
taalgevoel

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Het filmpje van de kippenjongen gaat over socialisatie. Wat denk jij dat dit is op basis van het filmpje?
timer
1:00

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Noem 5 mensen of plaatsen in je leven die bijdragen aan jouw socialisatie?
timer
1:00

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Veel organisaties hebben invloed op iemands waarden, normen en gedrag. Welke is het belangrijkst voor kleine kinderen?
A
Het gezin
B
De media
C
Het geloof
D
De overheid

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Wat is volgens jou belangrijker: nurture of nature?

Slide 12 - Woordweb

Slide 13 - Tekstslide

Je ouders willen dat je om vier uur thuis bent...
A
info en aanwijzingen van anderen
B
imitatie van anderen
C
eigen ervaringen
D
experimenteren

Slide 14 - Quizvraag

De gymleraar laat zien hoe je moet dribbelen...
A
Info/aanwijzingen van anderen
B
imitatie van anderen
C
eigen ervaringen
D
experimenteren

Slide 15 - Quizvraag

Tim blowt niet meer sinds hij er ziek van werd.
A
Info/aanwijzingen van anderen
B
imitatie van anderen
C
eigen ervaringen
D
experimenteren

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Noem een situatie waarin jij zelf aan sociale controle doet

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Internalisatie gaat verder dan imitatie.
Waarom?

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van rolgedrag?
A
Een stoere jongen die huilt.
B
Een strenge politieagent.
C
Een vriend die jou belazert.
D
Een sporter die rookt.

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Als een minister in korte broek op een ligfiets naar de Tweede Kamer gaat, is er sprake van:
A
rolgedrag
B
roldoorbrekend gedrag
C
rolbevestigend
D
een vooroordeel

Slide 28 - Quizvraag

Wat zou rolbevestigend gedrag zijn van een minister die naar de Tweede Kamer gaat?

Slide 29 - Open vraag