H4 les 19

Nederlands




H4
Les 19
Rosa.Derksen@achterhoekvo.nl
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nederlands




H4
Les 19
Rosa.Derksen@achterhoekvo.nl

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Herhaling uitleg 2.1 en 2.2
Zelfstandig werken
Toetsevaluatie
Afronding

Slide 2 - Tekstslide

2.1 Nadruk op taalgebruik
Taal > normaal bedoeld voor informatieoverdracht
Literaire tekst > juist aandacht voor de literaire verwoording
Er is veel aandacht voor het taalgebruik zelf > foregrounding
Het op de voorgrond brengen van een taaluiting (= foregrounding), omdat hij opvalt
Dat kan door stijlfiguren, beeldspraak, rijm of ritme

Slide 3 - Tekstslide

Hoe zie je in het onderstaande gedicht foregrounding
(= het op de voorgrond brengen) terug? Wat valt op?


https://www.youtube.com/watch?v=S6YjKYN7gnA



Slide 4 - Open vraag

Een deel van 'Oote' van Jan Hanlo

Slide 5 - Tekstslide

Leg 'foregrounding' eens in je eigen woorden uit?

Slide 6 - Tekstslide

Waarom kun je 'De mus' en 'Oote' als kunst zien?

Slide 7 - Tekstslide

Stijlfiguren

  • Tautologie:  twee woorden betekenen hetzelfde > gratis en voor niets, schots en scheef, voor eeuwig en altijd
  • Hyperbool: een overdrijving > 'Jullie moesten een eeuw op haar wachten!'
  • Retorische vraag: een vraag die niet bedoeld is om een antwoord op te geven, maar om je aan het denken te zetten > 'Ben je helemaal gek geworden?'

Slide 8 - Tekstslide

Zelfstandig werken

Klaar? Maak opdracht 1, 7 en 8 van Module 2


Slide 9 - Tekstslide

Afronding
Huiswerk: maken opdracht 7 en 8 van Module 2

Volgende les: focus op onbekende stijlfiguren en metaforen

Lesdoelen:
- Aan het einde van de les ken je het begrip 'foregrounding';
- En heb je een aantal bekende stijlfiguren herhaald.

Slide 10 - Tekstslide

Lesdoelen behaald?

- Aan het einde van de les ken je het begrip 'foregrounding';
- En heb je een aantal bekende stijlfiguren herhaald.
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag