functiewoorden versus inhoudswoorden
Woorden in een zin zijn ruwweg te verdelen in twee soorten. Er zijn
inhoudswoorden die naar iets in de
werkelijkheid verwijzen en waarbij onmiddellijk een beeld opdoemt, zoals bij de woorden ‘boom’, ‘hond’ en ‘rennen’.
Daarentegen zijn er ook woorden die niet naar iets verwijzen en alleen een functie binnen de zin hebben. Voorzetsels zoals op, tot, in, onder, te en naar en lidwoorden zoals de, het, een zijn goede voorbeelden.