In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Welke bloedgroepen zijn er allemaal?
A
A, B, AB en 0
B
A, B en 0
C
A, A0, B, B0, AB, AB0 en 0
D
A, B en AB
Slide 24 - Quizvraag
Welke bloedgroep kan alle bloedgroepen ontvangen?
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep O
Slide 25 - Quizvraag
Aan welke bloedgroep kan O geven
A
A
B
B
C
AB
D
Alle bloedgroepen
Slide 26 - Quizvraag
Iemand heeft bloedgroep AB. Deze persoon kan donor zijn voor mensen met de bloedgroepen...
A
A
B
B
C
AB
D
0
Slide 27 - Quizvraag
Welke antistoffen tegen de bloedgroepen maakt een persoon met bloedgroep AB?
A
Anti A
B
Anti B
C
Anti A en anti B
D
Geen antistoffen
Slide 28 - Quizvraag
Iemand heeft bloed groep O. Van welke bloedgroepen kan deze persoon bloed ontvangen bij een bloedtransfusie (we kijken nu even niet naar de resusfactor).
A
Alleen van bloedgroep O.
B
Alleen van bloedgroep B of O.
C
Alleen van de bloedgroeppen A of O.
D
Of bloed van de bloedgroepen B, AB, A of O.
Slide 29 - Quizvraag
Iemand heeft bloed groep B. Van welke bloedgroepen kan deze persoon bloed ontvangen bij een bloedtransfusie (we kijken nu even niet naar de resusfactor).
A
Alleen van bloedgroep B.
B
Alleen van bloedgroep B of O.
C
Alleen van de bloedgroeppen AB of B.
D
Of bloed van de bloedgroepen B, AB of O.
Slide 30 - Quizvraag
Als gelet wordt op de weefseltypen komen drie paren voor een ruiltransplantatie met Joris en Anne in aanmerking. In de tabel hiernaast staan de bloedgroepen van deze drie paren vermeld.
Als gelet wordt op de bloedgroepen, welk paar is dan geschikt om met Joris en Anne een ruiltransplantatie te ondergaan?
Anne heeft bloedgroep B. Ze zoekt dus een donor met bloedgroep B
Joris heeft bloedgroep A. Hij kan zijn nier schenken aan een patiënt met bloedgroep A
A
paar 1
B
paar 2
C
paar 3
Slide 31 - Quizvraag
Bij katten komen verschillende bloedgroepen voor. Bloedgroep A komt het meest voor, bloedgroep B is veel zeldzamer. Bloedgroep A wordt bij katten bepaald door een dominant gen. Katten die homozygoot recessief zijn, hebben bloedgroep B. De poes van Claudette krijgt twee jongen. Claudette weet niet wie de vader is. In de stamboom kun je zien welke bloedgroepen de poes en haar twee jongen hebben. Wat is de bloedgroep van de vader?
A
bloedgroep A
B
bloedgroep B
C
Dat is uit de gegevens niet af te leiden.
Slide 32 - Quizvraag
Iemand met leukemie heeft een transplantatie met bloedcellen nodig. Uit welk botten haalt de arts die?
A
Borstbeen
B
Ellepijp
C
Heupbeen
D
Opperarmbeen
Slide 33 - Quizvraag
Noa heeft bloedgroep AB en ze is resusnegatief. Hoeveel van de verschillende typen bloedfactoren(antigenen) uit het AB0 systeem bevinden zich op haar rode bloedcellen?
A
0
B
1
C
2
D
3
Slide 34 - Quizvraag
Noa heeft bloedgroep AB en is voor de tweede keer zwanger van dezelfde man met bloedgroep 0, die resuspositief is. Hun tweede kind, met bloedgroep A heeft de verschijnselen van een resuskind. Welke van de antistoffen Anti-A, Anti-B en antiresus bevat het bloed van de moeder?
A
Anti resus
B
Anti A en B
C
Anti resus en Anti A
D
Anti resus en Anti B
Slide 35 - Quizvraag
Noa is voor de tweede keer zwanger van dezelfde man met bloedgroep 0, die resuspositief is. Hun tweede kind, met bloedgroep A heeft de verschijnselen van een resuskind. Welke van de antistoffen Anti-A, Anti-B en antiresus bevat het bloed van het kind?
A
Anti resus
B
Anti resus en Anti B
C
Anti A
D
Anti B
Slide 36 - Quizvraag
Een arts had iets kunnen doen waardoor Noa haar kind (zie vorige vraag) niet de verschijnselen van een resuskind zou hebben gekregen. Wat had de arts dan moeten doen en op welk moment?