Allergische reactie/ insectenbeet

Allergische reactie
Insectenbeet
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
TriageMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Allergische reactie
Insectenbeet

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les:
  • Kan je urgenties bepalen m.b.t. allergische reacties, insectensteken.
  • Kan je passend advies geven m.b.t. allergische reacties, insectensteken.
  • Kan je verschillende insectensteken herkennen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je van een allergische reactie / insectensteek?

Slide 3 - Woordweb

Wat is een insectensteek?
Muggen, vlooien, wespen, bijen, mieren, teken en steekvliegen bijten of steken. Insecten steken uit zelfverdediging, omdat ze zich voeden met menselijk bloed of om, in het kader van de voortplanting, eieren te deponeren. Terwijl ze steken, brengen ze een giftige stof in de huid. Niet de prik zelf, maar het gif veroorzaakt de jeuk, pijn of zwelling. Sommigen hebben veel last van een insectensteek, anderen nauwelijks. Een steek van een bij, steekvlieg of wesp is pijnlijk en kan een flinke bult geven. Vooral een bijensteek veroorzaakt veel zwelling. Bijen laten hun angel in de huid achter.

Slide 4 - Tekstslide


De steekplaats kan de volgende verschijnselen vertonen: roodheid, zwelling, pijn en jeuk. De lokale reactie kan de tweede dag in heftigheid toenemen. Soms zit het insect of de angel nog in de huid. Na een insectensteek kan de huid ontsteken. Aderontsteking en lymfeklierzwelling zijn mogelijk. Ook kan ter plekke een bacteriële huidontsteking (erysipelas) ontstaan: de huid is rood en pijnlijk. Dikwijls krijgt de patiënt koorts en kan zich flink ziek voelen. Dit is reden voor antibiotica.
Lokale reactie op insectensteek

Slide 5 - Tekstslide

Is het ernstig?
Gestoken of gebeten worden door een insect is dikwijls onaangenaam, maar heeft meestal geen ernstige gevolgen, behalve bij mensen die er allergisch op reageren of als de beet of steek een ziekte overbrengt.

 

Een insectensteek kan een algemene allergische reactie (anafylaxie) veroorzaken. Vooral wespensteken zijn berucht.

Slide 6 - Tekstslide

De insecten die steken, laten bij de steek meestal gif achter in onze huid. Daar reageert onze huid op met een bult(je), roodheid, jeuk of pijn. Een bij laat zijn angel in onze huid achter. Steken van wespen en bijen kunnen flink pijn doen. De ene mens heeft meer last van de insectensteken dan de andere.

Teken bijten zich vast in de huid van mens en dier om een maaltje bloed te kunnen consumeren. Als de teek genoeg bloed binnen heeft, laat hij de huid weer los.

Slide 7 - Tekstslide

Klachten bij een allergische reactie insectenbeet.
Binnen enkele seconden tot uren na de steek of beet, meestal binnen een uur, kunnen lichte tot levensbedreigende verschijnselen ontstaan. Meestal zie je de reacties direct, soms ontstaan ze na enige uren. De huid gaat jeuken, wordt rood of vertoont netelroos – dat is huiduitslag die erop lijkt alsof de patiënt in de brandnetels is gevallen. Oogleden en lippen kunnen opzetten. Vaak reageert het maag-darmkanaal met misselijkheid, braken, buikkrampen en diarree. Een heel ernstig toestandsbeeld is als er ook kortademigheid ontstaat

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een anafylactische shock?

Slide 9 - Tekstslide



Acute levensbedreigende allergische reactie. In korte tijd ontstaan algemene (shock)verschijnselen: overal jeuk, uitslag over het hele lichaam, opgezette oogleden en lippen, braken en diarree, hartkloppingen, bloeddrukdaling, benauwdheid of bewusteloosheid.
Anafylactische reactie

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video




  • Heeft u last van een te snelle ademhaling?
  • heeft u het gevoel van weinig lucht te krijgen?
  • [Kortademig] Hoe snel ontstaan?
  • [Insectensteek] Heeft u al eens eerder een allergische reactie gehad na een steek van het insect dat u nu heeft gestoken?
  • Kunt u de reactie omschrijven?
  • Door welk insect bent u gestoken?
Welke vragen kun je stellen bij een U1

Slide 12 - Tekstslide

Vragen die je kan stellen om U2 uit te sluiten.
  • Waar bent u gestoken? (denk aan mondholte)
  • Heeft u moeite met slikken?
  • Heeft u last van zwelling in het gezicht? (buiten prikplek om) 

Slide 13 - Tekstslide

Waar kan je een tekenbeet oplopen?

Slide 14 - Tekstslide

Triagecriteria U3
Niet te verwijderen teek.
Heftige lokale allergische reactie

Slide 15 - Tekstslide

Vragen die je kan stellen om tot een U3 uit te komen.
  • Bent u in de afgelopen dagen in het bos geweest?
  • [Teek] Is de teek te verwijderen? 
  • Is er een zwelling op de plek van de steek groter dan 10 cm?
  • Waar zit de allergische reactie
  • Doet de plek pijn? [Pijn] (pijnladder) 

Slide 16 - Tekstslide

Welke ziekte kan een tekenbeet veroorzaken?

Slide 17 - Tekstslide


Bij vermoeden tekenbeet wil je weten hoe lang deze al in de huid zit en of deze al verwijderd is. 
Ter voorkóming van besmetting met Borrelia, de verwekker van de Ziekte van Lyme, moet een teek zo snel mogelijk, maar in ieder geval binnen een etmaal verwijderd worden.

Tot 3 maanden na de tekenbeet contact opnemen als er langzaam een rode of blauwrode vlek op die plek komt, (erythema migrans), bij dubbelzien of een scheef gelaat, bij tintelingen/ krachtverlies in arm/ been of bij gewrichtsklachten.
Profylactische behandeling met een antibioticum kan zinvol zijn binnen 72 uur na de tekenbeet.

Tekenbeet

Slide 18 - Tekstslide



Als iemand gestoken is door een insect, kan een koude, natte doek jeuk, zwelling en pijn verlichten. Jeuk kan ook worden verlicht door zelfzorgmiddelen die bij de drogist en apotheek te koop zijn. Bij een bijensteek moet worden gekeken of de angel nog in de huid zit: die moet eruit. Als de patiënt een ring draagt en een insect heeft in de hand of vinger gestoken, moet de patiënt de ring afdoen, want de vinger gaat waarschijnlijk zwellen.
  Advies insectensteek.

Slide 19 - Tekstslide

TEEK NIET TE VERWIJDEREN
A
U1
B
U2
C
U3
D
U4

Slide 20 - Quizvraag

Quinckoedeem
A
u1
B
u2
C
u3
D
u4

Slide 21 - Quizvraag

Hevige Lokale allergische reactie
A
U1
B
U2
C
U3
D
U4

Slide 22 - Quizvraag

Een epipen gebruik je bij?
A
anafalaxy
B
zwelling
C
tranende ogen
D
kortademig zijn

Slide 23 - Quizvraag