In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Het maken van goederen en het produceren van diensten.
Voorbeeld: naar de kapper gaan, een fles cola kopen.
Industriële bedrijven: bedrijven die goederen maken zoals .....fabriek
Dienstverlendende bedrijven: bedrijven die diensten leveren zoals: een winkel, ziekenhuis, verzekeringsmaatschappij etc.
Agrarische bedrijven: bedrijven die hun grondstoffen uit de natuur halen: Melkveebedrijf, akkerbouw, tuinbouw etc.
Er zijn 3 tarieven: 0%, 6% en 21%
Omdat het boek rekent met 19% doen we dat ook!
Bijvoorbeeld:
Verkoopprijs van een Fiets: €388,--
BTW 19% van €388 € 73,72 +
Consumentenprijs € 461,72
Boek Blz 90 - 93
Werkboek blz 44-46
opgave 8-14