In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Les 2. hygiëne in de badkamer
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet je nog van de vorige les over schoonmaakmiddelen?
Slide 2 - Woordweb
De badkamer
De badkamer is een plek waar het gezin dagelijks meerdere keren komt. Denk aan tandenpoetsen, douchen, haren doen, naar de wc gaan etc. Het is daarom belangrijk dat de badkamer een goede hygiëne heeft = verzamelnaam voor alle handelingen die dieren en mensen gezond houden.
Slide 3 - Tekstslide
Hoe vaak schoonmaken?
Het advies is om de badkamer één keer per week een grote schoonmaakbeurt te geven. Daarnaast moet je sommige dingen in de badkamer vaker schoonmaken, zoals ....
Hiervoor gebruik je verschillende doekje, maar waarom? De wastafel maak je niet met hetzelfde doekje schoon als de WC. Waarom niet?
Slide 5 - Tekstslide
Wat hebben we allemaal nodig?
Om de badkamer schoon te maken heb je verschillende materialen nodig: emmer, allesreiniger, vezeldoekjes, trekker, stofzuiger, zeemvel, spons, dweil, badkamerspray en raamwisser. Wat gebruik ik waar voor? >>>
Slide 6 - Tekstslide
Spiegels, ruiten en glazen douchewanden
Om dit te kunnen schoonmaken heb ik een emmer nodig, allesreiniger, trekker, raamwisser en badkamerspray
Slide 7 - Tekstslide
Wastafel, kranen, wandtegels, badkuip en douchetegels
Om dit te kunnen schoonmaken gebruik ik de volgende materialen: emmer, allesreiniger, vezeldoek, zeemvel, spons en badkamerspray.
Slide 8 - Tekstslide
De vloer
Om dit te kunnen schoonmaken gebruik ik de volgende materialen: emmer, stofzuiger, allesreiniger, dweil en mop.
Slide 9 - Tekstslide
Ik maak de badkamer 1x per maand schoon (1p).
A
Waar, want de badkamer doe elke dag een beetje
B
Niet waar, want het moet 1 keer per week
C
Waar, want de badkamer wordt niet zo snel vies
D
Niet waar, het moet elke dag gebeuren
Slide 10 - Quizvraag
Wat betekent hygiëne? (2p)
Slide 11 - Open vraag
Waarom mag ik niet dezelfde vezeldoek gebruiken voor zowel de wastafel als de WC? (1p)
Slide 12 - Open vraag
Welke materialen heb je nodig om de spiegels, ruiten en glazen douchewanden schoon te maken? Noem er twee (2p).
Slide 13 - Open vraag
Noem de vier materialen op die je nodig hebt op de badkamervloer schoon te maken (1p).