8.4 Oppervlakte

Hoofdstuk 8:
Lengte, omtrek en oppervlakte
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 8:
Lengte, omtrek en oppervlakte

Slide 1 - Tekstslide

8.4 Oppervlakte
Leerdoel:
De leerlingkan de oppervlakte van een figuur berekenen

Slide 2 - Tekstslide

Oppervlakte
Als we het over oppervlakte hebben, gaan we het hebben over het gedeelte op het figuur wat we willen bekijken. 

Dus hoeveel past er op het vierkant hiernaast met de zijde 4 cm?

Slide 3 - Tekstslide

Oppervlaktemaat
Als we gaan werken met de oppervlakte, zullen we de goede maat moeten gebruiken. Omdat de oppervlakte altijd een lengte en een breedte heeft, gebruiken we als oppervlaktemaat altijd de "vierkante" meter/ centimeter/kilometer. (vierkante geven we weer met een kleine 2)

Slide 4 - Tekstslide

Oppervlakte berekenen
Als we de oppervlakte gaan uitrekenen dan kijken we dus naar de lengte en de breedte. bv: als we het onderstaande vierkant hebben, dan is de lengte 4 cm en de breedte 4 cm. 

De formule voor de oppervlakte is
lengte x breedte = oppervlakte
4 cm x 4 cm = 16 cm2  (tel de blokjes eens...)

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de oppervlakte?

A
13 cm2
B
6,5 cm2
C
12,5 cm2
D
10 cm2

Slide 6 - Quizvraag


Wat is de oppervlakte van deze rechthoek?
A
3,2 cm2
B
32 cm2
C
3,2 dm2
D
32 dm2

Slide 7 - Quizvraag

Oppervlakte van grotere figuren
Bij het figuur hieraast kun je niet zomaar de lengte keer de breedte doen. Dus we moeten het figuur opdelen in 2 delen die we wel kunnen berekenen. Nu is het blauwe gedeelte 5m bij 6m en het oranje gedeelte 3m bij 3,5m. En nu kunnen we gaan rekenen :)

Slide 8 - Tekstslide

Even oefenen.....
Je krijgt een aantal meerkeuzenvragen. Probeer steeds het juiste antwoord te geven.

Slide 9 - Tekstslide

Bereken de oppervlakte
A
40,5 m2
B
48 m2
C
36 m2
D
38,75 m2

Slide 10 - Quizvraag


Bereken de oppervlakte.
A
180m2
B
200m2
C
188m2
D
172m2

Slide 11 - Quizvraag

Huiswerk
Maak opdracht 29 t/m 36
- Kijk de vragen na.
- Heb je een aantal fouten? 
Verbeter je fouten en maak de ondersteunende opdrachten.
- Ging het goed? Daag jezelf uit met een uitdagende opdrachten.

Slide 12 - Tekstslide