Je leert intonatie, tempo en volume gebruiken bij het spreken.
(vaardigheid: spreken)
Korte uitleg
Nederlands
Opdracht 1, 3 en 4 in tweetallen
Hebben we alle doelen behaald?
geen
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel vorige les
Je leert doelen van beeld bij tekst benoemen
Je leert informatie uit beeld te halen
(vaardigheid: lezen)
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoel deze les
Je leert intonatie, tempo en volume gebruiken bij het spreken.
(vaardigheid: spreken)
Slide 3 - Tekstslide
Instructie
Als je praat is niet alleen wát je zegt belangrijk, maar ook hóé je iets zegt.
Je kunt op drie verschillende dingen letten als je praat:
Slide 4 - Tekstslide
Instructie
Intonatie
Je kunt met hoge of lage tonen praten. Als je let op je intonatie, wissel je hoge en lage tonen met elkaar af. Dan klinkt je stem niet saai.
Slide 5 - Tekstslide
Instructie
Tempo
Als je te snel praat, kan iemand jou niet goed verstaan. Als je te langzaam praat, kan je verhaal saai worden. Je luisteraar blijft geboeid als je op het juiste tempo praat.
Slide 6 - Tekstslide
Instructie
Volume
Het is belangrijk om niet te hard en niet te zacht te praten. Een zachte stem kan niet iedereen goed verstaan, een harde stem is niet fijn om lang naar te luisteren.
Slide 7 - Tekstslide
Vragen? :-)
Slide 8 - Tekstslide
Aan de slag:
§7, blz. 121-122
Maak nu opdracht: 1, 3 en 4 in tweetallen
Het blijft rustig, het stoplicht gaat op oranje.
TJ & Joris
Luka & Nathan
Sil & Jasper -> gang
Deen & Ezra -> gang
Slide 9 - Tekstslide
Leerdoel deze les
Je leert intonatie, tempo en volume gebruiken bij het spreken.