Thema A Par. 6 Tekst & Beeld en Par. 7 Stemgebruik

Welkom!
Op tafel heb je liggen:
  • Laptop: klaar om van start te     gaan. (Magister -> Leermiddelen -> Nieuw Nederlands KGT)
  • Eventueel schrift met etui
  • Ga naar www.lessonup.app
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Op tafel heb je liggen:
  • Laptop: klaar om van start te     gaan. (Magister -> Leermiddelen -> Nieuw Nederlands KGT)
  • Eventueel schrift met etui
  • Ga naar www.lessonup.app

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Lesdoelen bespreken
  • Terugblik vorige les 
  • Voorlezen van je formele brief aan de dierenwinkel
  • Thema A - Par. 6 Tekst & Beeld
  • Thema A - Par. 7 Stemgebruik
  • Verder lezen in het boek Free Run

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  •  Je leert doelen van beeld bij tekst benoemen en informatie uit               beeld halen.
  •  Je weet het verschil tussen formeel en informeel en wat je voor           welk publiek dient te gebruiken
  • Je leert intonatie, tempo en volume gebruiken bij het spreken.

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik vorige les
  • Het verschil tussen formeel en informeel
  • Het voorlezen van de brief aan de dierenwinkel: formeel & informeel
  • Wat zijn de verschillende tekstdoelen?
  • Wat is een belangrijke punt om rekening mee te houden tijdens het      schrijven van een tekst?

Slide 4 - Tekstslide

Sleep de juiste woorden naar informeel of formeel tekst en taalgebruik
Informeel
Formeel
Vrienden
Mensen die je niet kent
U
Je of jij
Straattaal
Koninklijkhuis

Slide 5 - Sleepvraag

Mag je deze foto gebruiken bij een formele brief?

Slide 6 - Open vraag

Welke 4 soorten
tekstdoelen zijn er?

Slide 7 - Woordweb

Paragraaf 6 Tekst & Beeld
Vaak staan er afbeeldingen bij een tekst. Dit zijn tekeningen, foto’s, schema’s, tabellen of (land)kaarten. 

De afbeeldingen kunnen verschillende doelen hebben:

  • De schrijver wil de aandacht van de lezer trekken.
  • De schrijver wil nieuwe informatie geven.
  • De schrijver wil informatie uit de tekst duidelijker uitleggen.


Slide 8 - Tekstslide

Paragraaf 7 Stemgebruik

Je leert intonatie, tempo en volume gebruiken bij het spreken.
Als je praat is niet alleen wát je zegt belangrijk, maar ook hóé je iets zegt. 

 



Slide 9 - Tekstslide

Je kunt op verschillende dingen letten als je praat:
  • Intonatie
Je kunt met hoge of lage tonen praten. Als je let op je intonatie, wissel je hoge en lage tonen met elkaar af. Dan klinkt je stem niet saai.
  • Tempo
Als je te snel praat, kan iemand jou niet goed verstaan. Als je te langzaam praat, kan je verhaal saai worden. Je luisteraar blijft geboeid als je op het juiste tempo praat.
  • Volume
Het is belangrijk om niet te hard en niet te zacht te praten. Een zachte stem kan niet iedereen goed verstaan, een harde stem is niet fijn om lang naar te luisteren.


Slide 10 - Tekstslide

Slot - herhaling lesdoelen
  •  Je weet nu hoe je doelen van beeld bij tekst benoemen en                     informatie uit beeld halen.
  •  Je weet het verschil tussen formeel en informeel en wat je voor           welk publiek dient te gebruiken
  • Je weet hoe je intonatie, tempo en volume kan gebruiken bij het          spreken.

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk?
Thema A -  Mens & Dier
Paragraaf 7 Stemgebruik
Opdracht 2

Slide 12 - Tekstslide

Fijne dag tot woensdag 20 december!
Pak je tas weer in &
blijf zitten tot de bel gaat.

Slide 13 - Tekstslide