Betoog, les 3

Programma  


1) Huiswerkopdracht?
2) Theorie drogredenen met voorbeelden en oefeningen
3) Opdracht/huiswerk
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 9 videos.

Onderdelen in deze les

Programma  


1) Huiswerkopdracht?
2) Theorie drogredenen met voorbeelden en oefeningen
3) Opdracht/huiswerk

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel

Je leert verschillende drogredenen herkennen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog over drogredenen?

Slide 3 - Woordweb

Drogredenen
Drogredenen zijn ongeldige argumenten of redeneringen. Deze moet je zelf dus vermijden, maar het is ook belangrijk om ze te herkennen als een ander ze gebruikt!

Slide 4 - Tekstslide

Wat is er mis met het argument dat
hiernaast wordt gegeven
voor afvalscheiding?

Slide 5 - Open vraag

1) Ontduiken van de bewijslast
Je stelt het standpunt voor als iets wat helemaal vanzelfsprekend is.
Dat weet toch iedereen?
Of
  Je komt niet zelf met een goed argument, maar je wil dat de ander bewijst dat jouw standpunt niet klopt.
Als jij het niet met me eens bent, bewijs dan maar eens waarom het niet zo is!

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

2) Onjuiste oorzaak-gevolg relatie
Je stelt hier dat er een oorzaak-gevolg relatie aanwezig is, maar die relatie is er niet. Je bedenkt de oorzaak er zelf bij.
Voorbeeld: 
Veel ouderen krijgen ongelukken met de e-bike, dus de e-bike is ontzettend gevaarlijk.
Waardoor krijgen die ouderen ongelukken? Niet doordat de e-bike ontzettend gevaarlijk is, anders zou iedereen er ongelukken mee krijgen.
De straat is nat, dus het regent!

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

3) Cirkelredenering
Je geeft geen argument, maar je herhaalt je standpunt (met wat andere woorden).

Dit zien we nog wel eens terug bij boekentoetsen:
Ik vind dit een hilarisch boek, want het is zo grappig. 



Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

4) De persoonlijke aanval
Je gaat niet op de inhoud in, maar je valt je tegenstander aan door op de persoon te spelen.

Voorbeeld:
Wat weet jij van nu gezondheid, jij weegt zelf 105 kilo!



Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

ontduiken bewijslast
onjuiste oorzaak-gevolg relatie
cirkelredenering
persoonlijke aanval
Natuurlijk ben jij het eens met de verlaging van de maximum snelheid, want je rijdt zelf geen auto.
Ik ben de baas, omdat ik het voor het zeggen heb.
Het is toch vanzelfsprekend dat vuurwerk verboden moet worden.
Sinds de uitvinding van de mobieltjes zijn mensen veel dommer geworden.

Slide 14 - Sleepvraag

5) De overhaaste generalisatie
  
Op basis van de ervaringen van een of enkele personen of op basis van een enkele gebeurtenis wordt een conclusie getrokken.






Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Bedenk zelf eens een
overhaaste generalisatie!
timer
2:30

Slide 17 - Open vraag

Let goed op!
  
Je gaat een paar filmpjes zien en je krijgt daarna steeds een vraag!






Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Wat gebeurde er zojuist?
A
De moeder deed een beroep op haar autoriteit.
B
De moeder legde het kind woorden in de mond.
C
De moeder maakte een verkeerde vergelijking.
D
De moeder bespeelde het kind door op het gevoel te spelen.

Slide 20 - Quizvraag

6) Het standpunt vertekenen
Je legt de tegenpartij woorden in de mond die de ander helemaal niet heeft gezegd of bedoeld (en die vaak ook niet direct met het standpunt te maken hebben) en die soms lastig te weerleggen zijn .

Kom je niet op mijn verjaardag? Je vindt mij niet belangrijk genoeg.




Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Wat gebeurde er zojuist?
A
De moeder deed een beroep op haar autoriteit.
B
De moeder legde het kind woorden in de mond.
C
De moeder maakte een verkeerde vergelijking.
D
De moeder bespeelde het kind door op het gevoel te spelen.

Slide 23 - Quizvraag

7) Verkeerde vergelijking
Je vergelijkt zaken die niets met elkaar te maken hebben.

Jongeren in Nederland hebben het zwaar? In Afganistan hebben jongeren het pas zwaar!



Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Wat gebeurde er zojuist?
A
De moeder deed een beroep op haar autoriteit.
B
De moeder legde het kind woorden in de mond.
C
De moeder maakte een verkeerde vergelijking.
D
De moeder bespeelde het kind door op het gevoel te spelen.

Slide 26 - Quizvraag

8) Bespelen van het publiek
Je beweert iets waar de ander niet tegenin durft te gaan.

Je bent wel echt een volslagen idioot als je hier niet mee eens bent.



Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Wat gebeurde er zojuist?
A
De moeder geeft een cirkelredenering.
B
De moeder deed een beroep op haar autoriteit.
C
De moeder ontduikt de bewijslast.
D
De moeder maakt een onjuiste oorzaak-gevolgrelatie.

Slide 29 - Quizvraag

9) Onjuist beroep op autoriteit
Je gebruikt een opmerking van een (bekend) persoon om je gelijk te bewijzen, maar deze persoon is geen expert of heeft een bepaald belang bij de zaak.

Matthijs van Nieuwkerk vindt ook dat de lockdown nu wel lang genoeg heeft geduurd.



Slide 30 - Tekstslide

Herhaling:
9 drogredenen:

1) Ontduiken van de bewijslast
2) Onjuiste oorzaak-gevolg relatie
3) Cirkelredenering
4) Persoonlijke aanval


5) Overhaaste generalisatie
6) Standpunt vertekenen (Woorden in de mond leggen)
7) Verkeerde vergelijking
8) Bespelen van het publiek
9) Onjuist beroep op autoriteit

Slide 31 - Tekstslide

Welke opmerking past het beste bij deze les?
Ik herken deze drogredenen nu wel!
Het ging snel, maar met wat herhaling weet ik het wel.
Ik heb nog vragen.
Ik vond het leuk maar niet per se leerzaam.
Superleuke en leerzame les!
Ik vond het niet leuk en niet leerzaam.

Slide 32 - Poll

Opdracht/huiswerk
Kies de drie drogredenen die je het moeilijkst vindt en bedenk hier een voorbeeld bij!
(Je kunt deze les terugkijken via je klas in LessonUp en ik zet het lijstje met drogredenen op Magister.)
+ Maak je oefenbetoog af door de laatste 3 alinea's te schrijven: twee alinea's met tegenargumenten en weerleggingen en de slotalinea.
+  check je hele tekst op drogredenen en haal die eruit!


Slide 33 - Tekstslide