*Formuleren H3 beknopte bijzin, 3VWO

Vandaag 17-5
  • koppel&mix opdr. 3 en 4 (stijlfouten)
  • instructie beknopte bijzin
  • opdr. 1 en 2 p. 98/99
  • tijd over? woordenschatquizje
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Vandaag 17-5
  • koppel&mix opdr. 3 en 4 (stijlfouten)
  • instructie beknopte bijzin
  • opdr. 1 en 2 p. 98/99
  • tijd over? woordenschatquizje

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag 21-5
  • turboleren en turbotoetsje woordenschatwoorden
  • test jezelf: beknopte bijzin (wisbordje)
  • Kijk/vergelijk: opdr. 3 p. 99 én opdr. 2 p. 
  • tijd over? woordenschatquizje

Slide 2 - Tekstslide

  1. bestudeer woorden H1 5 minuten 
  2. oefentoetsje (wat weet je al?)
  3. aansluitend oefentips
timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

H3 Grammatica Beknopte Bijzin
-

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen
Je weet wat een beknopte bijzin is en hoe je die kunt gebruiken

Slide 5 - Tekstslide

Test jezelf
  1. Bestudeer woorden opdr. 4 p. 28 (kopieerblad)
  2. oefentoetsje
timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een hoofd- en een bijzin?



In een hoofdzin staat de persoonsvorm helemaal vooraan of direct na het eerste zinsdeel.
In een bijzin staat de persoonsvorm niet vooraan, maar juist achteraan.

Slide 7 - Tekstslide

Beknopte bijzinnen

Slide 8 - Tekstslide

Beknopte bijzinnen
In een gewone bijzin staan een pv en een ow. 

Een kenmerk van een beknopte bijzin is dat er geen pv en geen ow in de zin staat. 

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld bijzin (1)
Normale bijzin: 
Terwijl ze aan hun ijsje likten, slenterden de meisjes door de winkelstraat. 

Bijzin: Terwijl ze aan hun ijsje likten --> likten = pv en ze = ow

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Voorbeeld (beknopte) bijzin (2)
Beknopte bijzin: 
Likkend aan hun ijsjes, slenterden de meisjes door de winkelstraat. 

Beknopte bijzin: Likkend aan hun ijsjes --> er is geen pv en geen ow 

Slide 12 - Tekstslide

Beknopte bijzin met voltooid deelwoord 
Afgeleid door een reclamebord, botste ik tegen een stilstaande auto. 
Beknopte bijzin: Afgeleid door een reclamebord --> afgeleid is een voltooid deelwoord.
Er is geen pv en geen ow

Slide 13 - Tekstslide

Beknopte bijzin met een onvoltooid deelwoord
Op zijn rug in de hangmat liggend, las Achmed een tijdschrift. 
Beknopte bijzin: Op zijn rug in de hangmat liggend --> liggend is een onvoltooid deelwoord. 
Er is geen pv en geen ow

Slide 14 - Tekstslide

Bijzin of beknopte bijzin?

Toen ze na haar werk goed was uitgerust, ging Caja een uur fitnessen.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 15 - Quizvraag

Beknopte bijzin met te + infinitief 
De vrienden spraken af hun eerste loon te besteden aan een feestje. 
Beknopte bijzin: hun eerste loon te besteden aan een feestje -> te besteden = te + infinitief.
Er is geen pv of ow

Slide 16 - Tekstslide

Bijzin of beknopte bijzin?

Nog mopperend over de verloren wedstrijd, verlieten de sporters de sporthal.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 17 - Quizvraag

Bijzin of beknopte bijzin?

Hard weglopend voor de politie, werden de dieven in de gaten gehouden.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 18 - Quizvraag

Bijzin of beknopte bijzin?

In de wetenschap op school toch niets te leren, spijbelde Wilco vrijwel dagelijks.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 19 - Quizvraag

Bijzin of beknopte bijzin?

Terwijl ze lekker in het zonnetje zaten, dronken Ronald en Michel een colaatje.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 20 - Quizvraag

Bijzin of beknopte bijzin?

Martijn vroeg Irene in de fietsenstalling of ze zijn vriendinnetje wilde worden.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 21 - Quizvraag

nakijken 
opdr. 3 p. 99

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Bijzin <--> beknopte bijzin (2)
Van een bijzin kun je een beknopte bijzin maken en van een beknopte bijzin kun je een bijzin maken:

Nadat hij de fraude had geconstateerd, werd de boekhouder direct ontslagen.
Bijzin: Nadat hij de fraude had geconstateerd, ...
Beknopte bijzin: Na de fraude geconstateerd te hebben, ...




Slide 24 - Tekstslide

Bijzin <--> beknopte bijzin (1)
Van een bijzin kun je een beknopte bijzin maken en van een beknopte bijzin kun je een bijzin maken: 

Na kampioen te zijn geworden, werden de spelers door het bestuur gefeliciteerd. 
Beknopte bijzin: Na kampioen te zijn geworden, ...
Bijzin: Nadat ze (de spelers) kampioen waren geworden, ...

Slide 25 - Tekstslide

aan de slag
maak samen met buur opdr. 1 en 2 p. 98 en 99

Slide 26 - Tekstslide

Foutieve beknopte bijzin

Slide 27 - Tekstslide

Op zijn rug in de hangmat liggend, las Achmed een tijdschrift. 
Wie lag in de hangmat? --> Achmed. 
Achmed is ook het onderwerp van de hoofdzin, dus het komt overeen met het verzwegen onderwerp van de beknopte bijzin. 


De vrienden spraken af hun eerste loon te besteden aan een feestje. 
Wie besteden hun eerste loon aan een feestje? --> De vrienden. De vrienden is ook het onderwerp van de hoofdzin, dus dat komt overeen met het verzwegen onderwerp van de beknopte bijzin.  

Slide 28 - Tekstslide

Een beknopte bijzin mag alleen beknopt zijn als het onderwerp uit de hoofdzin overeenkomt met het onderwerp dat eigenlijk in de beknopte bijzin moet staan. 
Afgeleid door een reclamebord, botste ik tegen een stilstaande auto. 
Wie was afgeleid door een reclamebord? Ik en ik is ook het onderwerp van de hoofdzin. Het verzwegen onderwerp van de beknopte bijzin en het onderwerp van de hoofdzin komen overeen. 

Slide 29 - Tekstslide

Foutieve beknopte bijzin
Na een uur gewinkeld te hebben, sloten de eerste zaken reeds hun deuren.
Beknopte bijzin= Na een uur gewinkeld te hebben -> geen ow en geen pv
Verzwegen onderwerp in de beknopte bijzin-> de eerste zaken
Klopt niet! 
Nadat de mensen een uur hadden gewinkeld, sloten de eerste zaken reeds hun deuren.
Na een uur gewinkeld te hebben,  zagen we dat de eerste zaken reeds hun deuren sloten.


Slide 30 - Tekstslide

Is dit een foutieve beknopte bijzin?

Luid zingend, werd de kip gebraden.
A
ja, het onderwerp komt niet overeen
B
nee, het onderwerp komt wel overeen

Slide 31 - Quizvraag

Goede of foutieve beknopte bijzin?

Eindelijk gearriveerd, zakte hij van vermoeidheid in elkaar.
A
goed
B
fout

Slide 32 - Quizvraag

Is dit een foutieve beknopte bijzin?

Staande op het balkon, trok de optocht door de straat.
A
ja, het onderwerp komt niet overeen
B
nee, het onderwerp komt wel overeen

Slide 33 - Quizvraag

Verbeter de foutieve beknopte bijzin!

Na gesport te hebben, bleek de douche bezet.
(maak een zin met een normale bijzin)
A
Na het sporten bleek de douche bezet.
B
Nadat wij gesport hadden, bleek de douche bezet.
C
De douche bleek bezet, na gesport te hebben.
D
De douche was na het sporten bezet.

Slide 34 - Quizvraag

Welke van de volgende is een foutieve beknopte bijzin?
A
In roomboter gebraden, eet hij het vlees met smaak op.
B
Terwijl wij wachtten op de bus, kwam het met bakken uit de hemel.
C
Huppelend van plezier, kwam het kind de klas binnen.
D
Lekker op het strand liggend, keken we naar de zee.

Slide 35 - Quizvraag