Verticaal staat het aantal protonen; dit bepaalt het atoomnummer en dus welke atoomsoort het is.
Horizontaal staat het antal neutronen, dat bepaalt (samen met het aantal protonen) het massagetal en dus de isotoop.
Links van de zwarte lijn staan bij hetzefde atoomnummer de isotopen met minder neutronen dan de stabiele vorm. Als ze vervallen, verandert een proton in een neutron onder uitzending van een β+ deeltje.