5-2 Grammatica

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1-3

Goedemorgen allemaal!

- Ga zitten

- Start je laptop op

- Inloggen in LessonUp

- Open in een ander tabblad de methode nederlands

Afspraken

Wat gaan we doen?

1. Oefenen zinsontleding LessonUp

2. Oefenen woordsoorten LessonUp

3. Opdracht maken in methode Nederlands

4. Eigen invulling

Doel: 

- Na deze les hebben we zinsontleding en woordsoorten herhaald en geoefend.

Deel 1: zinsontleding

Persoonsvorm

Onderwerp

Werkwoordelijk gezegde

Lijdend voorwerp

Meewerkend voorwerp

Hoe vind je de persoonsvorm?

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin?

Morgen loop ik naar school.

1. ik
2. loop
3. morgen
4. school

Wat voor soort woord is de persoonsvorm áltijd?

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Wat is in de onderstaande zin het gezegde?

De klas moest lang op de toetsuitslagen wachten.

1. moest
2. wachten
3. moest wachten
4. de toetsuitslagen

Wat is het gezegde in de onderstaande zin?

Straks ga ik met mijn klasgenoten gamen.

1. straks
2. gamen
3. klasgenoten
4. ga gamen

Wat is het gezegde in onderstaande zin?

Het vliegtuig zal erg snel gaan stijgen.

Wat is het onderwerp in de volgende zin:

Mick en Theo maken de opdrachten erg goed.

1. Mick en Theo
2. maken
3. Mick
4. de opdrachten

Wat is het onderwerp?

De docent loopt langs de klassen

Wat is het lijdend voorwerp?

Ik aai de hond

Wat is het lijdend voorwerp?

Ik bak een taart voor de klas

Aan de slag

Blok 6: Grammatica

Opdr. 6.4

Eerder klaar? Stil iets voor jezelf tot we doorgaan met de rest van de les!

LessonUp niet afsluiten!

Deel 2: Woordsoorten

Lidwoord

Zelfstandig naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

Voorzetsels

wat zijn de drie lidwoorden?

Kies de juiste woordsoort.

Je moet ook nooit cola drinken bij de computer.

1. Zelfstandig naamwoord (zn)
2. Voorzetsel (vz)
3. Bijvoeglijk naamwoord (bn)
4. Werkwoord

Kies de juiste woordsoort.

Ik fiets nog snel even naar de winkel.

1. Lidwoord (lw)
2. Zelfstandig naamwoord (zn)

Kies de juiste woordsoort.

Gisteravond heb ik een film gekeken.

1. Zelfstandig naamwoord (zn)
2. Lidwoord
3. Bijvoeglijk naamwoord (bn)
4. Werkwoord

Hoeveel zelfstandig naamwoorden (zn) staan er in onderstaande zin?
Jip en Janneke hebben een hond die Takkie heet.

Kies de juiste woordsoort.

Ik heb veel nagedacht.

1. werkwoord
2. lidwoord
3. zelfstandig naamwoord

Lidwoord

Zelfstandig naamwoord

Werkwoord

Een 

het

de

denkt

spinnen

pauze

geheugen

toetje

toetsen

getekend

dans

Nu aan de slag

Blok 6: Grammatica

Opdr. 6.6

Klaar? Opdr. 6.4 afmaken

Moet af aan het einde van de les!