Kernbegrippen

Kernbegrippen 

Mindmap maken bij de film: Mijn beste vriendin Anne Frank

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Kernbegrippen 

Mindmap maken bij de film: Mijn beste vriendin Anne Frank

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen de komende weken? 
We gaan de film ''Mijn beste vriendin Anne Frank'' kijken. Bij deze film krijg je een verwerkingsopdracht. Dit is het maken van een mindmap. In de mindmap moet jij met plaatjes en tekst de kernbegrippen uit de film uitleggen. In deze les gaan we kijken wat kernbegrippen zijn. 

Slide 2 - Tekstslide

Anne Frank

Slide 3 - Tekstslide

Dit weet ik al over Anne Frank
Wat weet je al? Vul het woordweb in.

Slide 4 - Woordweb

Wie is Anne Frank?
A
Een Duits meisje uit Duitsland
B
Een Joods meisje uit Duitsland
C
Een Nederlands meisje uit Duitsland
D
Een gehandicapt meisje uit Duitsland

Slide 5 - Quizvraag

Welk geloof had Anne Frank?
A
Christendom
B
Islam
C
Jodendom
D
Boeddhisme

Slide 6 - Quizvraag

Wat schreef Anne Frank?
A
een boek
B
een film
C
een gedicht
D
een dagboek

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Kernbegrippen in je mindmap
Algemene informatie:
Regisseur -> wie heeft de film gemaakt?
Titel ->  wat is de titel van de film?
Jaar van verschijnen -> wanneer kwam de film uit?

Slide 9 - Tekstslide

Titelbeschrijving
Waarom heet deze film 'Mijn beste vriendin Anne Frank'?

Leg in je eigen woorden uit waarom jij denkt dat de regisseur voor deze titel van de film gekozen heeft.

Slide 10 - Tekstslide

Gebeurtenissen
Beschrijf kort waar de film over gaat. Je maakt dus een korte samenvatting van de film. Denk aan:
• De inleiding, het begin van de film.
• De kern, het middenstuk van de film.
• Het slot, hoe loopt het af. 

Voor dit onderdeel mag je internet gebruiken, je moet alleen wel de stukjes tekst in eigen woorden herschrijven! 

Slide 11 - Tekstslide

Personages
Wie is/zijn de hoofdpersoon/hoofdpersonen uit de film? 

Noem 1 hoofdrolspeler en 3 bijfiguren. Vertel hier ook iets over (man/vrouw, karakter, uiterlijk, leeftijd) 
Doe dit in een verhaaltje, niet met een opsomming.

Slide 12 - Tekstslide

Tijd en ruimte
Wanneer speelt de film zich af? 
Is dat in de middeleeuwen, in het heden, toekomst of 100 jaar geleden?
 Geef ook aan waaraan je dat kunt zien in de film. 

Waar speelt de film zich af? Is dat op een school, op het strand, in een stad? 

Geef bij tijd én ruimte voorbeelden uit de film!

Slide 13 - Tekstslide

Jouw eigen mening
Het meest belangrijke van de mindmap is jouw eigen mening. Als je een film hebt gezien, dan heb je daar een mening over. Je vindt de film bijvoorbeeld leuk, spannend, saai of misschien wel aangrijpend. De mening die jij over een film hebt, is jouw mening en dus altijd goed.
Maar let op! Je moet ook kunnen aangeven waarom jij een bepaalde mening hebt over de film. Deze mening moet je dus ook kunnen beargumenteren. Dit kun je doen door voorbeelden uit de film te gebruiken. 


Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

2.1 fictie 
Lees het fragment uit de jeugdthriller 'Kil' in Talent online (of in je boek). Maak dan opdracht 3,4 en 5 bij het fragment. 
Je kan het fragment vinden bij 2.1 fictie opdracht 3

Slide 16 - Tekstslide