6.2 [2D]

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welkom!

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Even opstarten
05 min
Planning tot aan PO
05 min
Uitleg Stroomkringen (par. 6.2)
10 min
Maken opdracht 16 t/m 26
15 min
Uitleg Schakelschema's
10 min
Online schakelschema's maken
10 min
Huiswerk + lesafsluiting
10 min

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Planning tot aan toets/practicum:
  • Donderdag 11 april:                              Paragraaf 6.2
  • Maandag 15 april:                                 Paragraaf 6.3
  • Donderdag 18 april:                             Paragraaf 6.4
  • Maandag 22 april:                                 Paragraaf 6.5
  • Donderdag 25 april:                             Practicum 
  • Donderdag 26 apr t/m 13 mei:        Meivakantie

Slide 5 - Tekstslide

6.2 Stroomkringen

Slide 6 - Tekstslide

Stroomkring
 Een stroomkring wordt vaak een schakeling genoemd. Een schakeling bestaat altijd uit minstens 3 onderdelen; een spanningsbron (bijv. een batterij), draden en een elektrische apparaat (bijv. een lamp). 

Slide 7 - Tekstslide

Stroomkring
In de volgende video wordt uitgelegd hoe een stroomkring werkt.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Stroomkring
Als je een lampje wilt laten branden op een batterij, dan moet je een gesloten stroomkring maken. 

Slide 10 - Tekstslide

Stroomkringen
Gesloten stroomkring
Onderbroken  stroomkring
óf 
open stroomkring

Slide 11 - Tekstslide

Spanningsbron

Iets wat stroom geeft, noemen we een spanningsbron.
 Voorbeelden van spanningsbronnen zijn batterijen, accu's, stopcontact en een dynamo.

Slide 12 - Tekstslide

Stroomdraad
Een stroomdraad bestaat uit koperdraad met daarom heen kunststof. Het koper geleidt de stroom en het kunststof dient als isolatie, zodat je geen schok krijgt als je een stroomdraad aanraakt.

Slide 13 - Tekstslide

Wat heb je nodig voor een stroomkring?
A
stroomdraden en een lampje
B
batterij, stroomdraden en een lampje
C
schakelaar, lampje en stroomdraden
D
batterij, schakelaar en een lampje

Slide 14 - Quizvraag

In welke richting stromen elektronen bij gelijkspanning?
A
Van plus- naar minpool
B
In beide richtingen
C
Van min- naar pluspool
D
Anders

Slide 15 - Quizvraag

Sleep de naam en de functie naar het juiste deel van de onderste draad
koper
kunststof
geleidt
isoleren

Slide 16 - Sleepvraag

Wat is geen spanningsbron?
A
Batterij
B
Dynamo
C
Accu
D
Lampje

Slide 17 - Quizvraag

Een ander woord voor stroomkring is
A
spanningsbron
B
symbolen
C
schakeling
D
kring

Slide 18 - Quizvraag

Aan de slag 
  • Wat? Maak 6.2 opdracht 16 t/m 19 + 21 t/m 26
  • Hoe? Binnen je groep
  • Tijd? 15 min
  • Klaar? Maak ook 20 en 27
timer
15:00

Slide 19 - Tekstslide

Pak je opdrachten erbij 
+
pen/potlood om na te kijken

Slide 20 - Tekstslide

stroomkring weergeven
een stroomkring tekenen doen we met symbolen. dat is makkelijker en duidelijker.

Slide 21 - Tekstslide

Voorbeeld:

Slide 22 - Tekstslide


Op de volgende website kun je je eigen stroomkring maken.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

Door naar de opdrachten!
maak nu zelf een stroomkring met:
-1 batterij
-2 lampjes
klaar?
probeer 1 lampje aan en uit te kunnen een schakelaar
en nu met 2 schakelaars

Slide 25 - Tekstslide

maak de volgende schakelingen
timer
10:00

Slide 26 - Tekstslide

huiswerk volgende les:
Maak paragraaf 6.2 helemaal behalve de steropdrachten

Slide 27 - Tekstslide