Thema 4, p. c Tekstverbanden


1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


Slide 1 - Tekstslide

Dit is nog ingewikkelder...
Ik ga een appeltaart bakken. Ik vind dat lekker. De boodschappen die ik nodig heb zijn appels, rozijnen, kaneel. Mijn moeder vindt appeltaart lekker. Ze vindt het ongezond. Ze neemt een klein stukje.

Slide 2 - Tekstslide

Welkom!
Planning:
- openen (5)
- tekstverbanden en signaalwoorden (15)
- aan de slag! (20)
- bespreken (10)

Doel: ik kan verbanden in een tekst herkennen.

Slide 3 - Tekstslide

TEKSTVERBANDEN

Zorgen ervoor dat

woorden, zinnen en alinea's

met elkaar samenhangen.

Slide 4 - Tekstslide

SIGNAALWOORDEN

Aan een

signaalwoord en de context

zie je met

welk tekstverband

je te maken hebt.

Slide 5 - Tekstslide

SOORTEN TEKSTVERBANDEN

- tijd

- opsomming

- reden/oorzaak/gevolg

- voorwaarde

- inperking 

- tegenstelling

-vergelijking

- doel-middel

-voorbeeld

-verduidelijking

-conclusie

- samenvatting

Slide 6 - Tekstslide

Zij moet eerst haar zere oor aan de dokter laten zien, daarna mag ze een pijnstiller innemen.
A
Tijd
B
vergelijking
C
samenvatting

Slide 7 - Quizvraag

Mevrouw Eijgermans geniet van goede muziek, verder is zij een filmliefhebber.
A
voorwaarde
B
Opsomming
C
conclusie

Slide 8 - Quizvraag

Mijn etui zit bomvol met schoolspullen: pennen, potloden, stiften, een geo-driehoek, gummen en een passer.
A
Opsomming
B
doel-middel
C
reden

Slide 9 - Quizvraag


Tekstverbanden
(oefenen)

Slide 10 - Tekstslide

Lesdoelen:
- Ik weet wat een tekstverband is.
- Ik weet wat signaalwoorden zijn.
- Ik ken de volgende tekstverbanden en bijbehorende signaalwoorden: chronologisch, opsommend, tegenstellend, toelichtend.
- Ik kan signaalwoorden koppelen aan de juiste tekstverbanden.

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat? Opdracht 11 op blz. 69 oefenboek
Hoe? Oefenboek, handboek blz. 52 en antwoorden in schrift.
Tijd? 15 minuten
Hulp? Zachtjes overleggen
Klaar? Opdracht 8 maken

Slide 12 - Tekstslide