Trede 2 Hoofdletters

Wanneer een ss of ß?
- Na korte klinkers gebruikt men altijd de dubbele 'ss', ook aan het einde van een woord: Fass (vat), Nuss (noot), essen (eten), müssen (moeten). 
- Na lange klinkers gebruikt men altijd een 'ß':  Fuß (voet), Gruß (groet), Straße (straat), stoßen (stoten).
- Na tweeklanken wordt 'ß' gebruikt omdat deze op lange klinkers lijken:  Weiß (weet en wit), heißen (heten), draußen (buiten). 
- In woorden die helemaal in hoofdletters staan wordt 'ß' vervangen door een dubbele 'ss'.
'ß' bestaat niet als hoofdletter. Je vindt het nooit aan het begin van een woord.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Wanneer een ss of ß?
- Na korte klinkers gebruikt men altijd de dubbele 'ss', ook aan het einde van een woord: Fass (vat), Nuss (noot), essen (eten), müssen (moeten). 
- Na lange klinkers gebruikt men altijd een 'ß':  Fuß (voet), Gruß (groet), Straße (straat), stoßen (stoten).
- Na tweeklanken wordt 'ß' gebruikt omdat deze op lange klinkers lijken:  Weiß (weet en wit), heißen (heten), draußen (buiten). 
- In woorden die helemaal in hoofdletters staan wordt 'ß' vervangen door een dubbele 'ss'.
'ß' bestaat niet als hoofdletter. Je vindt het nooit aan het begin van een woord.

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdletters
Alle zelfstandige naamwoorden met een hoofdletter schrijft. Dat zijn dus alle de- en het-woorden. Die noemen we in het Duits ook de der-, die en das-woorden. Enkele voorbeelden:
der Mann
die Frau
das Kind
Denk ook aan hoofdletters bij eigennamen en aan het begin van een zin.

Slide 2 - Tekstslide

mein zimmer ist groß

Slide 3 - Open vraag

im schrank stehen fußballschuhe

Slide 4 - Open vraag

emma hat einen hund

Slide 5 - Open vraag

Rasse of Raße
A
Rasse
B
Raße

Slide 6 - Quizvraag

heissen of heißen
A
heißen
B
heissen

Slide 7 - Quizvraag

Fuss of Fuß
A
Fuss
B
Fuß

Slide 8 - Quizvraag

essen of eßen
A
eßen
B
essen

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide