2 vmbo-bk thema 3.4 Verbranding en ademhaling: het ademhalingsstelsel

• Biologie / Verzorging
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

3.4 Het ademhalingsstelsel

wat gaan we vandaag doen?

herhalen vorige les: 3.3 Uitgeademde en ingeademde lucht

leerdoelen vandaag

nieuwe theorie: 3.4 Het ademhalingsstelsel

zelf aan de slag

leerdoelen vandaag

Wat leer je vandaag:

- uit welke organen het ademhalingsstelsel bestaat

- wat de functie is van de verschillende organen van het ademhalingsstelsel

3.4 Het ademhalingsstelsel

Het ademhalingsstelsel bestaat uit:

- neusholte

- mondholte

- keelholte

- strottenhoofd

- luchtpijp

- bronchie

- long

0

3.4 Het ademhalingsstelsel

3.4 Het ademhalingsstelsel

strottenhoofd:

- ligt aan het begin van de luchtpijp

- hierin zitten de stembanden: hiermee maak je geluid

- boven het strottenhoofd zit het strotklepje: sluit de luchtpijp af als je voedsel inslikt

3.4 Het ademhalingsstelsel

luchtpijp:

- ligt onder het strottenhoofd

- bestaat uit kraakbeenringen (lijkt op een stofzuigerslang)

- splitst zich onderaan in 2 bronchiën

3.4 Het ademhalingsstelsel

bronchiën:

- hebben ook kraakbeenringen

- vertakken zich aan het uiteinde in steeds kleinere buisjes

- aan het uiteinde van deze kleine buisjes zitten de longblaasjes

3.4 Het ademhalingsstelsel

2 soorten ademhaling:

- neusademhaling

- mondademhaling

Ademen door de neus is gezonder, want zo worden de ingeademde stofdeeltjes en ziekteverwekkers tegengehouden.

neusholte:

- bevat neusharen die stofdeeltjes tegenhouden

- bevat neusslijmvlies: maakt de lucht die je inademt vochtig en warm en houdt stof en ziekteverwekkers tegen

- bevat je reukzintuig

3.4 Het ademhalingsstelsel

neusslijmvlies:

- maakt slijm

- hierin zitten hele dunnen haartjes: de trilharen: vervoeren slijm naar je keelholte

3.4 Het ademhalingsstelsel

reukzintuig:

- boven in je neusholte

- hiermee ruik je: je neemt geur waar

- waarschuwt je voor gevaarlijke geuren

3.4 Het ademhalingsstelsel

Je neusholte en je mondholte sluiten allebei aan op je keelholte.

Lucht die je inademt gaat via de keelholte naar de luchtpijp.

Voedsel gaat na het slikken via de keelholte naar de slokdarm.

Als je slikt sluit je huig de neusholte af.

Als je slikt sluit het strotklepje de luchtpijp af.

Soms sluiten de huig en het strotklepje niet goed en kan je je verslikken.

VRAGEN??

zelf aan de slag

3.4 Het ademhalingsstelsel: lees de tekst en maak de opdrachten:

opdracht 14, 15, 16, 17

20 en 21