MA BB 5.1 communicatie

Dit hoofdstuk: Media

5.1 Communicatie



1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Dit hoofdstuk: Media

5.1 Communicatie



Slide 1 - Tekstslide

Maak deze quiz en kom er achter ofdat jij digitaal in balans bent
https://www.alle-tests.nl/gezondheidstesten/computer-social-media-verslaving/quiz31/1523262231/ben-ik-social-media-verslaafd

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de uitkomst van jouw zelftest?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Klopt dit bij jou?
A
Ongeveer wel
B
(Veel) meer
C
(Veel) minder
D
Anders

Slide 5 - Quizvraag

Deze les:

Wat is communicatie

Wat is het verschil tussen verbaal of nonverbale communicatie

Wat is het verschil tussen eenzijge of tweezijdige communicatie

Wat is het verschil tussen persoonlijke of massale communicatie

Wat zijn de 4 functies van media

Slide 6 - Tekstslide

Pak blz. 141 van je werkboek voor je

Slide 7 - Tekstslide

Er zijn verschillende vormen van communicatie


Communicatie: het doorgeven en ontvangen van informatie





Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Verbale en non-verbale communicatie


  • verbale communicatiegesproken of geschreven woorden (ongeveer 10%)

  • non-verbale communicatie:lichaamstaal en gezichtsuitdrukkingen 
(ongeveer 90%)

Slide 10 - Tekstslide

Eenzijdig of tweezijdige communicatie

Eenzijdig: je ontvangt alleen informatie en kan niet reageren



Tweezijdig: Je bent tegelijkertijd zender en ontvanger

Slide 11 - Tekstslide

Zender: degene die de boodschap stuurt

Ontvanger: degene die de boodschap krijgt





Slide 12 - Tekstslide

Medium: het middel waarmee je communiceert (whatsapp, telefoon, tv)





Slide 13 - Tekstslide

informatie: de info die de zender naar de ontvanger stuurt





Slide 14 - Tekstslide

massale communicatie



Massamedia: Media die een groot publiek bereiken en waarop je niet direct kunt reageren zoals Tv, kranten, websites, radio, etc 





Slide 15 - Tekstslide

Waar gebruiken we media eigenlijk allemaal voor?

Slide 16 - Tekstslide

Waar gebruiken we media voor:

  1. Kennis en nieuws: vb NOS of Buienradar
  2. Ontspanning: vb. Netflix, Studio Sport kijken
  3. Contact: vb. appen
  4. Laten zien wie je bent/wil zijn: vb. Insta, TikTok (als je op zoek gaat naar een serieuze baan). 

Slide 17 - Tekstslide

Waar gebruik jij de media het meeste voor?
A
kennis en nieuws
B
ontspanning
C
contact
D
laten zien wie je bent

Slide 18 - Quizvraag

5

Slide 19 - Video

Welk (massa)medium gebruik jij het meeste?

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Opdrachten:
Maken 
Opdracht 1 + 2 + 3 + 4 + 5 + 7 + samenvatting

Slide 22 - Tekstslide