Media BB 1 t/m 3

Dit hoofdstuk: Media

5.1 Communicatie



1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Dit hoofdstuk: Media

5.1 Communicatie



Slide 1 - Tekstslide

Maak deze quiz en kom er achter ofdat jij digitaal in balans bent
https://www.alle-tests.nl/gezondheidstesten/computer-social-media-verslaving/quiz31/1523262231/ben-ik-social-media-verslaafd

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de uitkomst van jouw zelftest?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Klopt dit bij jou?
A
Ongeveer wel
B
(Veel) meer
C
(Veel) minder
D
Anders

Slide 5 - Quizvraag

Deze les:

Wat is communicatie

Wat is het verschil tussen soorten communicatie

Wat zijn de 4 functies van media

Soorten Media

Nieuws


Slide 6 - Tekstslide

Pak blz. 141 van je werkboek voor je

Slide 7 - Tekstslide

Er zijn verschillende vormen van communicatie


Communicatie: het doorgeven en ontvangen van informatie





Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Verbale en non-verbale communicatie


  • verbale communicatiegesproken of geschreven woorden (ongeveer 10%)

  • non-verbale communicatie:lichaamstaal en gezichtsuitdrukkingen 
(ongeveer 90%)

Slide 10 - Tekstslide

Eenzijdig of tweezijdige communicatie

Eenzijdig: je ontvangt alleen informatie en kan niet reageren



Tweezijdig: Je bent tegelijkertijd zender en ontvanger

Slide 11 - Tekstslide

Zender: degene die de boodschap stuurt

Ontvanger: degene die de boodschap ontvangt





Slide 12 - Tekstslide

Medium: het middel waarmee je communiceert (whatsapp, telefoon, tv)





Slide 13 - Tekstslide

informatie: de info die de zender naar de ontvanger stuurt





Slide 14 - Tekstslide

massale communicatie



Massamedia: Media die een groot publiek bereiken en waarop je niet direct kunt reageren zoals Tv, kranten, websites, radio, etc 





Slide 15 - Tekstslide

Waar gebruiken we media eigenlijk allemaal voor?

Slide 16 - Tekstslide

Waar gebruiken we media voor:

  1. Kennis en nieuws: vb NOS of Buienradar
  2. Ontspanning: vb. Netflix, Studio Sport kijken
  3. Contact: vb. appen
  4. Laten zien wie je bent/wil zijn: vb. Insta, TikTok (als je op zoek gaat naar een serieuze baan). 

Slide 17 - Tekstslide

Waar gebruik jij de media het meeste voor?
A
kennis en nieuws
B
ontspanning
C
contact
D
laten zien wie je bent

Slide 18 - Quizvraag

0

Slide 19 - Video

Welk (massa)medium gebruik jij het meeste?

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Opdrachten:
Opdracht 2 + 3 + 4 + 7 + samenvatting

Slide 22 - Tekstslide

Maatschappijleer
5.2 verschillende soorten media

Slide 23 - Tekstslide

Wie is de zender?
Emma en Tom lopen door de stad Emma vertelt over haar stagedag
A
Emma
B
Tom
C
Emma en Tom

Slide 24 - Quizvraag

Wie is de ontvanger?
Martijn appt zijn moeder dat hij om 17:30u thuis is voor het eten.
A
Martijn
B
Moeder
C
App
D
17:30u thuis voor het eten

Slide 25 - Quizvraag

Soorten media

Slide 26 - Woordweb

Wat zijn de media?
  • Kranten en tijdsschriften ​
  • Televisie en radiozenders​
  • internet

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

nieuwe emoji 
Nieuwe emoji 2022

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Plaats hieronder een foto van jouw getekende emoji!
timer
10:00

Slide 36 - Open vraag

Maken opdr. 1 + 4 + samenvatting

Slide 37 - Tekstslide

Wat is nieuws?

Slide 38 - Woordweb

5.3 Nieuws
Wat is nieuws?
  • Actueel
  • Bijzonder
  • Interessant
  • Bekende personen

Slide 39 - Tekstslide

nieuws
Informatie over wat er in de wereld gebeurd. (actueel, bijzonder, interessant en het kan over bekende mensen gaan)

Slide 40 - Tekstslide

5.3 Nieuws
Waar of niet waar?
  • Bron
  • Feiten
  • Contact

Nepnieuws
  • Verzonnen informatie die verspreid wordt om mensen te beïnvloeden.

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

Opdracht echt of nep
Weet jij wanneer iets echt of nep is? 
  1. Bekijk de volgende nieuwsberichten
  2. Geef aan of jij denkt dat het ‘echt’ of ‘nep’ is

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide


A
Echt
B
Nep

Slide 45 - Quizvraag

Slide 46 - Tekstslide


A
Nep
B
Echt

Slide 47 - Quizvraag

Slide 48 - Tekstslide


A
Echt
B
Nep

Slide 49 - Quizvraag

nepnieuws
verzonnen informatie die verspreid wordt om mensen te beïnvloeden

Slide 50 - Tekstslide

Maken:
opdracht 1, 7, 9A + samenvatting

Slide 51 - Tekstslide