Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H2 Kapitel 3 - Week 12
H2 Kapitel 3 - Week 12
1 / 46
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
46 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
H2 Kapitel 3 - Week 12
Slide 1 - Tekstslide
Guten Tag
Wie geht es euch?
Slide 2 - Tekstslide
boek/schrift/pen/Ipad op tafel
oortjes uit
kauwgom uit
Slide 3 - Tekstslide
Lernziele dieser Woche:
-Wiederholung der Uhrzeiten
- Wiederholung der schwachen Verben
- Sprechen: sich vorstellen
Slide 4 - Tekstslide
An die Arbeit!
WORTSCHATZ
Was?
Kapitel 3
Wie?
alleine im Buch
Hilfe?
keine
Zeit?
5 Minuten
Fertig?
w
timer
5:00
Slide 5 - Tekstslide
Was machen wir heute?
hören
schreiben
lesen
Grammatik
Slide 6 - Tekstslide
Aber zuerst.....ein Filmchen!
Titel: 5.5 Fakt über denWeihnachtsmann
Slide 7 - Tekstslide
www.zdf.de
Slide 8 - Link
Hoofdregel zwakke werkwoorden (feesttenten)
FE-
ich
spiel
e
du
spiel
st
er / sie / es
spiel
t
wir
spiel
en
ihr
spiel
t
sie / Sie
spiel
en
Slide 9 - Tekstslide
ik
jullie
zij
het
wij
hij
ich
ihr
sie
es
wir
er
Slide 10 - Sleepvraag
Sleep de uitgangen naar de juiste plek
ich
du
er/sie/es/man
wir
ihr
sie/Sie
mach
mach
mach
mach
mach
mach
-e
-st
-t
-en
-en
-t
Slide 11 - Sleepvraag
Hoe herken je zwakke werkwoorden?
A
Klinkerverandering in de stam
B
Geen klinker-verandering in de stam
C
Kun je niet herkennen
Slide 12 - Quizvraag
Het zwakke werkwoord
Er (feiern)
A
feierne
B
feiernt
C
feier
D
feiert
Slide 13 - Quizvraag
Wat zijn "zwakke"werkwoorden
A
werkwoorden die niet van klank veranderen
B
werkwoorden die van klank veranderen
C
werkwoorden die onregelmatig zijn
D
werkwoorden die vaak ziek zijn.
Slide 14 - Quizvraag
wat is een zwak werkwoord?
A
geben
B
essen
C
fühlen
D
machen
Slide 15 - Quizvraag
machen is een zwak werkwoord
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quizvraag
bleiben is een zwak werkwoord
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quizvraag
Uitzonderingen -
(
e
)ettenten
ich
heiß
e
du
heiß
t
er / sie / es
heiß
t
wir
heiß
en
ihr
heiß
t
sie / Sie
heiß
en
de EETTENTEN-regel gebruik je als de stam op een -s, -ß, of -z eindigt
.
Slide 18 - Tekstslide
Sleep de uitgangen naar de juiste plek
ich
du
er/sie/es/man
wir
ihr
sie/Sie
heiß
heiß
heiß
heiß
heiß
heiß
-e
-t
-t
-en
-en
-t
Slide 19 - Sleepvraag
Peter und Anja ...... jeden Samstag Sport. (spielen)
A
spielen
B
spielst
C
spielt
D
spiele
Slide 20 - Quizvraag
Vul in: ik hoop (hoffen)
Slide 21 - Open vraag
Vul in: jullie pakken in (einpacken)
Slide 22 - Open vraag
VUL IN: hij gaat (gehen)
Slide 23 - Open vraag
VUL IN: wij houden van (lieben)
Slide 24 - Open vraag
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Video
Die Uhrzeiten
11:00
12:15
13:30
16:45
03:10
20:20
09:35
Es ist halb zwei
Es ist zehn vor halb neun
Es ist fünf nach halb zehn
Es ist zehn nach drei
Es ist Viertel vor fünf
Es ist Viertel nach zwölf
Es ist elf Uhr
Slide 27 - Sleepvraag
Wie spät ist es?
half 3
Slide 28 - Open vraag
Wie spät ist es?
17.30 uur
Slide 29 - Open vraag
Wie spät ist es?
8.45 uur
Slide 30 - Open vraag
An die Arbeit!
An die Arbeit:
Was?
Kapitel 3
Havo: leren woorden Kapitel 3 blz 100
leren kloktijden in het Duits
maken 15 - 16 - 17
Vwo: 1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7
Wie?
alleine im Buch
Hilfe?
keine
Zeit?
20 Minuten
Fertig?
weiter mit den nächsten Aufgaben
w
timer
20:00
Slide 31 - Tekstslide
Guten Tag
Wie geht es euch?
Slide 32 - Tekstslide
boek/schrift/pen op tafel
kauwgom uit
Slide 33 - Tekstslide
Lernziele dieser Woche:
-Wiederholung der Uhrzeiten
- Wiederholung der schwachen Verben
- Sprechen: sich vorstellen
Slide 34 - Tekstslide
An die Arbeit!
WORTSCHATZ
Was?
Kapitel 3
Wie?
alleine im Buch
Hilfe?
keine
Zeit?
5 Minuten
Fertig?
w
timer
5:00
Slide 35 - Tekstslide
Was machen wir heute?
hören
schreiben
lesen
Grammatik
Slide 36 - Tekstslide
Aber zuerst.....ein Filmchen!
5.5 Fakten zum Thema Werbung
Slide 37 - Tekstslide
www.zdf.de
Slide 38 - Link
Regeln des Substantivs
Slide 39 - Tekstslide
Slide 40 - Video
Let op!
Bij veel woorden kun je niet zien of het een
der-
,
die-
of
das-
woord is.
Het is daarom het beste om het zelfstandig naamwoord samen met het lidwoord te leren!
Slide 41 - Tekstslide
der/die/das
das = onzijdig
de meeste Nederlandse het-woorden
verkleinwoorden: eindigen op -chen of -lein
das Mädchen
das Fräulein
Bijvoorbeeld:
das Haus, das Buch, das Mädchen, das Kirchlein
Slide 42 - Tekstslide
die
die = vrouwelijk
woorden die eindigen op: -heit, -keit,- schaft, -ung
vaak woorden die eindigen op: -e
die Schule
die Regierung
die Sicherheit
die Gesellschaft
Bijvoorbeeld:
die Freiheit, die Freundlichkeit, die Freundschaft, die Umgebung, die Blume
Slide 43 - Tekstslide
der
der = mannelijk
mannelijke personen of dieren
weekdagen, maanden, seizoenen
der Mann
der Stier
der Sommer
der Mittwoch
der Mann
Bijvoorbeeld:
der Montag, der Dezember, der Winter
Slide 44 - Tekstslide
Aufgabe 14 - Mein Bloggertagebuch
Slide 45 - Tekstslide
An die Arbeit!
An die Arbeit:
Was?
Kapitel 3
Aufgabe 18 - 19 - 20 - 21
Wie?
alleine im Buch
Hilfe?
keine
Zeit?
20 Minuten
Fertig?
weiter mit den nächsten Aufgaben
w
timer
20:00
Slide 46 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
MHV 2 - Schritt 9 - 16 - week 13
November 2024
- Les met
43 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
M2 Kapitel 3 - week 15
16 dagen geleden
- Les met
21 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
HV2 - Kapitel 2 - week 11
November 2024
- Les met
33 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
M2 Kapitel 3 - week 12
November 2024
- Les met
20 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
M2 Kapitel 3 - week 13
29 dagen geleden
- Les met
23 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
M3 Kapitel 2 Week 14/15
27 dagen geleden
- Les met
46 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
BK / M2 - Schritt 9 - 16 Schritt 10- week 11
November 2024
- Les met
46 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
M2 - Kapitel 2 - week 10
November 2024
- Les met
44 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2