Les 3

• Project
• Basisschool
• Groep 6-8

Levend lab les 3

Schoolopdrachten vorige week

* Voedselweb 2 Leven Lab beestjes.
De volgende beestjes moeten erin voorkomen:
waterspin, kikker, alg, vlokreeft, stekelbaarsje, watervlo en rugzwemmer. Je mag de namen opschrijven, de beestjes tekenen of afbeeldingen opplakken uit boeken of van internet. Lever volgende week een goed verzorgd web in.

* Huiswerkopdracht
Bekijk samen met je ouders welke bestrijdingsmiddelen en schoonmaakmiddelen jullie thuis hebben.---> Dit kijken we later deze les na.                    

Voedselweb 2

Levend Lab dieren

Vlokreeft → algen 

Watervlooien → algen

Waterspin → watervlooien 

Stekelbaarsje → vlokreeft

Rugzwemmer → stekelbaarsje en waterspin

Kikker → rugzwemmer, watervlo en waterspin

De mens

&

De natuur

We lezen de tekst.

Waar denken jullie aan bij een natuurlijke situatie? Vinden

jullie een voetbalveld natuurlijk? En een camping? Of een stadsparkje? Welke natuurlijke situaties kom je tegen tijdens de weg naar school?

Opdrachten

Maak 3.1 en 3.2.

Schrijf bij 3.2 onder elke mening de persoon die erbij hoort.

Antwoorden 3.2

Stelling 1 – Imker

Stelling 2 – Consument

Stelling 3 – Visser

Stelling 4 – Milieuactivist

Stelling 5 – Boer

Stelling 6 – Bloemist

Opdracht 3.3

Vul de opdrachten in op blz. 22

Daarna bespreken we het in twee groepjes.

Vul het werkblad hierbij in.

Antwoorden opdracht 3.3

Ontplofbaar

Eigen onderzoeksvraag

Bedenk een eigen onderzoeksvraag. 

Aan het eind van deze les moet je een goede vraag bedacht hebben, waar jij geïnteresseerd in bent.

Voorbeelden waar zo'n vraag over kan gaan:

• Kies een grote rivier in Nederland en ga uitzoeken hoe de waterkwaliteit is van die rivier.
• Zoek uit hoe de kwaliteit van ons drinkwater is.
• Doe onderzoek naar dieren in een meer of rivier in Nederland.
• Doe onderzoek naar dieren in de grond
• enz..

Vragenmachientje zie volgende slide

Schoolopdrachten

*  Etiket maken

Maak ‘Verdieping 4 - Etiket’ op blz. 23.

Je bedenkt hierbij zelf een bestrijdingsmiddel voor iets wat jij heel handig zou vinden. 

Bekijk voorbeelden en ontwerp vervolgens zelf een etiket.

Er moet in ieder geval op staan:

waar het voor is.

wat het doet.

symbolen met waarschuwingen.

Werk netjes en duidelijk.

* Bedenk minimaal 2 deelvragen bij je onderzoeksvraag. Gebruik ook hier weer het vragenmachientje.