oefenles 1

Griekse 
stadstaten (1)
  • Griekenland bestond nog niet als één land en door het landschap was het lastig om contacten te leggen onderling

  • Er waren steden die als landen werden bestuurd: bijvoorbeeld met een eigen koning

  • Zo'n zelfstandige stad heet een polis (stadstaat)
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Griekse 
stadstaten (1)
  • Griekenland bestond nog niet als één land en door het landschap was het lastig om contacten te leggen onderling

  • Er waren steden die als landen werden bestuurd: bijvoorbeeld met een eigen koning

  • Zo'n zelfstandige stad heet een polis (stadstaat)

Slide 1 - Tekstslide

Griekse 
stadstaten (2)
  • Poleis (meervoud van polis) worden op verschillende manieren bestuurd
  • De stadstaten hadden een landbouwstedelijke samenleving
  • De steden hadden in het centrum een plein waar markt werd gehouden: de agora. 
  • Beroepen in de nijverheid kwamen veel voor.
  • De bekendste poleis waren Athene en Sparta

Slide 2 - Tekstslide

Kolonies buiten Griekenland (1)
  • Een kolonie is een gebied van een land buiten dat land

  • Griekenland is door het droge klimaat en de rotsachtige grond erg onvruchtbaar (slechts 20% is geschikt voor landbouw)

  • Een mislukte oogst betekende al snel een hongersnood

Slide 3 - Tekstslide

Kolonies buiten Griekenland (2)
  • Sommige Grieken trokken weg, op zoek naar een beter leven

  • Met schepen voeren ze over de Middellandse Zee naar andere gebieden om daar te gaan wonen

  • Rond 750 v. Chr. hadden de Grieken kolonies in Spanje, Italië en Turkije

Slide 4 - Tekstslide

Kolonies buiten Griekenland (4)
  • Door het stichten van kolonies kwamen Grieken in contact met andere olken in het Middellandse en Zwarte zeegebied. 
  • In Italie kregen ze bijvoorbeeld te maken met de stadstaat Rome. 
  • De Romeinen werden, net als de Grieken, erg belangrijk in de oudheid (3000 v.chr. - 500 n.chr.) 
  • Daarom wordt deze tijd ook wel de tijd van de Grieken en Romeinen genoemd.
  • De stichting van kolonies was goed voor de Griekse economie: de handel en productie groeiden.

Slide 5 - Tekstslide

Kolonies buiten Griekenland (3)
  • Tussen de kolonies en het 'moederland' ontstond zoveel handel dat de Grieken rond 550 v. Chr. geen nieuwe kolonies meer stichten.
  • Door de Griekse kolonies raakte de mensen in het Middellandse Zeegebied bekend met de Griekse cultuur (zoals: mythologie, beeldhouwkunst, enz.) en andere culturen hadden weer invloed op die van de Grieken

Slide 6 - Tekstslide


De Atheense 
democratie




  • In Athene was het volk de baas
  • Er werd gestemd over belangrijke beslissingen.
  • Dat was niet altijd zo geweest...

Slide 7 - Tekstslide

Athene
  • Het volk is de baas (democratie)

  • Oorlog en het leger zijn minder belangrijk

  • Kinderen krijgen een opvoeding met veel kunst en cultuur

  • Er zijn slaven

Slide 8 - Tekstslide

Kenmerken van de Atheense democratie
  • Atheense vrije mannen met burgerrecht mogen stemmen

  • Directe democratie
  • Volksvergadering (buiten)

  • Ostracisme (schervenrechtbank) voorkomt teveel macht bij één persoon

  • Onbetaalde baan

Slide 9 - Tekstslide

voorbeeldvraag
1)  kijk naar de bron hier naast. Wat zijn kenmerken van een Griekse stadstaat met betrekking tot bestaansmiddelen

Slide 10 - Tekstslide

Kenmerken Romeinse cultuur
De Romeinen spraken en schreven in het Latijns

De Romeinen namen de meeste Griekse goden over
(Offer etc.)
De Romeinen namen de Griekse architectuur over
( eigen manier: bogenstructuur)

Door het Romeinse rijk werden wegen aangelegd 

Slide 11 - Tekstslide

Het oudste Rome
  1. - Gunstige ligging, oversteekplaats over de rivier de Tiber.
  2. - Er komen veel wegen samen, handelswegen.
  3. - Rome handeld in zout wat in die tijd erg kostbaar was.

Slide 12 - Tekstslide

Rome als wereldmacht
  • Veroveringen van de Griekse koloniën, overname van heel Italie.
  • Hierna volgt strijd met Carthago: 2 Punische oorlogen. waarom HANDEL!!
  • Imperium Romanum: een Romeins Rijk.

Slide 13 - Tekstslide

Veroveringen
  • 350 v. Chr. veroverden de Romeinen Italië
  • Daarna de landen die lagen aan de westkust van de Middellandse Zee.
  • Daarna de oostkusten van de Middellandse Zee.
  • Julius Caesar veroverde Gallië (Frankrijk), België en Zuid-Nederland

Slide 14 - Tekstslide

Veroveringen
  • Romeinen goed georganiseerd rijk
  • Romeinse soldaten gemotiveerd om te vechten, ze kregen buit.
  • Generaals kregen werden rijk en beroemd.
  • Veroveringen waren vaak gruwelijk. Steden verwoest, veel burgers vermoord. Veel gevangenen werden slaaf.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Romeinse leger
  • Beroepsleger
  • Betaald door Rome
  • Na 25 jaar trouwe dienst in het leger kreeg je een stuk grond om van te leven.

Slide 17 - Tekstslide

waarom kom romeinse rijk zo groot worden?
1. beroepsleger
2. maakte bondgenoten overwonnen volken (eigen bestuur mochten ze houden als ze belasting betaalden.

Slide 18 - Tekstslide

de germanen

Slide 19 - Tekstslide

Limes
Na de dood van Ceasar veroveren de Romeinen de laatste gebieden van hun enorme rijk. Ze maken vaak gebruik van natuurlijke grenzen zoals: zeeën, rivieren, bergen en woestijnen.
Maar als het nodig is bouwen ze een versterkte grens met wachttorens en forten. Zo'n grens heet limes. 

Slide 20 - Tekstslide

Leven onder de Romeinen
De Romeinen laten de overwonnen volken vaak hun 
gebruiken en godsdienst houden. 
En zolang de volken belasting betalen (o.a. door soldaten 
voor de hulptroepen te leveren), zijn er weinig problemen:
precies wat de Romeinen willen.

Slide 21 - Tekstslide

De Limes in Nederland
In Nederland is de grens van het Romeinse Rijk de rivier Rijn. 
Langs deze rivier bouwen de Romeinen forten en wachttorens.
Vanaf de grens kunnen ze de stammen in het noorden van het Rijk in de gaten houden, maar óók handel met ze drijven.

Slide 22 - Tekstslide

voorbeeldvraag
hoe kan je aan deze afbeelding zien dat het romeins leger moeilijk te verslaan was.

Slide 23 - Tekstslide