12. 9.1: Oplossen en indampen van zouten

Hoofdstuk 9: Zouten
Paragraaf 1: Oplossen en indampen van zouten
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 9: Zouten
Paragraaf 1: Oplossen en indampen van zouten

Slide 1 - Tekstslide

Voorkennis
  • Hoe herken je een zout?
  • Wat zijn ionen ook alweer?
  • Ken je de formules van de samengestelde ionen?
  • Kun je de verhoudingsformule van een zout opstellen?

Maak de voorkennistoets in je boek (blz 172 en 173) of online.

Slide 2 - Tekstslide

Eigenschappen van zouten (1)
  • Zouten hebben een vaak een systematische of rationele (scheikundige) naam en een triviale naam (naam waaronder je de stof dagelijks kent, zoals keukenzout).
  • Zouten zijn altijd een vaste stof bij kamertemperatuur.
  • In een zout zitten de positieve en negatieve ionen om en om gestapeld, een kristalrooster genaamd. Dat ziet er zo uit: 
  • Zouten kunnen stroom geleiden als ze opgelost zijn in water of als ze gesmolten zijn. 

Slide 3 - Tekstslide

Oplosbaarheid van zouten
Niet alle zouten lossen goed op in water. Dat kun je opzoeken in tabel 35 van je Binas.

Zoek op voor keukenzout en gips:
  • Wat is de systematische naam? Uit welke ionen bestaat het dus?
  • Wat zijn de formules van die ionen?
  • Zoek in tabel 35 op of die ionen samen goed of slecht oplosbaar zijn.
Keukenzout
Natriumchloride (NaCl) is goed oplosbaar
Gips
Calciumsulfaat (CaSO4) is matig oplosbaar.

Slide 4 - Tekstslide

Oplossen van zouten
Een goed oplosbaar zout splitst bij het oplossen in de losse ionen. Dat komt doordat de waterdeeltjes de ionen "insluiten".




In de reactievergelijking schrijf je dat zo op:
NaCl (s) -> Na+ (aq) + Cl- (aq)
Let op!
De lading moet er nu wel bij. (aq) betekent opgelost in water.

Slide 5 - Tekstslide

Oplosvergelijkingen
Een oplosvergelijking is net als een reactievergelijking, alleen schrijf je nu het oplossen van een zout op.
Bijvoorbeeld: Het oplossen van natriumsulfaat:
Na2SO4 (s) -> 2 Na+ (aq) + SO42- (aq)

Let ook hier weer op de totale lading van alle ionen, die moet samen 0 zijn (hier 2 keer 1+ en 1 keer 2-). 
Alle ionen gaan los van elkaar, dus ook als je er meer van 1 soort hebt.

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag - deel 1
Maak opgave 1 t/m 10
Blz 178 t/m 180

Slide 7 - Tekstslide

Deel 2 - volgt morgen
Wat gebeurt er bij een slecht oplosbaar zout?
Wat gebeurt er als je een oplossing van zout indampt?

Slide 8 - Tekstslide

Even herhalen
Zijn de volgende stoffen oplosbaar in water?
Calciet
Soda

Geef de oplosvergelijking.

Slide 9 - Tekstslide

Slecht oplosbaar zout






Wat betekent matig oplosbaar?

Slide 10 - Tekstslide

Indampen van een oplossing





Hoe schrijf je dat in een vergelijking?

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag - deel 2
Maak opgave 11 t/m 18
Blz 181 t/m 185

Slide 12 - Tekstslide