Herhaling H6

Hoofdstuk 6 - Herhalen
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6 - Herhalen

Slide 1 - Tekstslide

Waar heb je nog het meeste uitleg over nodig
A
Lijn- en draaisymmetrie Koershoeken, schaal
B
Omtrek, oppervlakte en vergroten
C
Pythagoras en sin, cos, tan
D
Hoeken beredeneren en gelijkvormigheid

Slide 2 - Quizvraag



Figuur A heeft 4 symmetrieassen. Als je het figuur over een van de lijnen vouwt, past de ene zijde precies op de andere.

Figuur B heeft 3 symmetrieassen.
Figuur C heeft 2 symmetrieassen.

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeelden van draaisymmetrie
Figuur A over 120o                                                      Figuur B over 180o

Slide 4 - Tekstslide

Een gelijkzijdige driehoek heeft 3 symmetrieassen
Definitie symmetrieas
Een symmetrieas is een lijn die een figuur in 2 gelijke delen verdeelt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Wat voor symmetrie heeft dit figuur?
A
Lijnsymmetrie
B
Draaisymmetrie
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 6 - Quizvraag

Wat voor symmetrie heeft dit figuur?
A
Lijnsymmetrie
B
Draaisymmetrie
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Meet de koershoek van Goes naar Vlissingen
Koershoek

Slide 9 - Tekstslide

Meet de koershoek van Vlissingen naar Goes
Koershoek

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de werkelijke afstand als je 1 cm meet op een kaart met een schaal van 1:50.000.000?
A
50 kilometer
B
500 kilometer
C
5 kilometer
D
500 meter.

Slide 11 - Quizvraag

Als 1: 1 200 000 de schaal is, wat is dan de werkelijke afstand bij 4 cm?
A
4 800 000 cm
B
48 km
C
48 cm

Slide 12 - Quizvraag


Hoeveel meter is de werkelijke afstand?
A
60000
B
6000
C
600
D
60

Slide 13 - Quizvraag

Selecteer de werkelijke afstand van Noord naar San Nicolas.
A
20 kilometer
B
40 kilometer
C
60 kilometer

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte?
A
42 x 30
B
42 x 24
C
42 x 24 : 2
D
30 x 24

Slide 15 - Quizvraag

Bereken de oppervlakte
van driehoek ABC.
De oppervlakte :
A
4 x 3 = 12 cm2
B
4 x 3 : 2 = 6 cm2
C
3 x 2 : 2 = 3 cm2
D
2 x 4 x 3 = 24 cm2

Slide 16 - Quizvraag

Oppervlakte?

A
17 x 11 = 187
B
15 x 17 : 2 = 127,5
C
17 x 15 = 255
D
17 x 11 : 2 = 93,5

Slide 17 - Quizvraag

Bereken de oppervlakte
van driehoek DEF.
De oppervlakte :
A
6 x 4 : 2 = 12 cm2
B
6 x 4 : 4 = 6 cm2
C
6 x 4 = 24 cm2
D
5 x 3 = 15 cm

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte
van deze driehoek?

A
4x6=24
B
4 x 6 : 2 = 12
C
0,5 x 4 x 6 = 12
D
6 x 4 = 10

Slide 19 - Quizvraag

Wat wordt de breedte van de vergroting?
A
2
B
4,5
C
10
D
20

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte van de vergroting?
A
450 cm2
B
30 cm2
C
45 cm2
D
1350 cm2

Slide 21 - Quizvraag

Het beeld heeft een oppervlakte van 216 cm2. Hoeveel keer zo groot wordt de oppervlakte?
A
50
B
10
C
25
D
5

Slide 22 - Quizvraag

Welke hoek is de overstaande hoek van hoek D45?

Slide 23 - Open vraag

Wat kan ik niet met de stelling van Pythagoras
A
Zijden berekenen
B
Grootte van een hoek uitrekenen

Slide 24 - Quizvraag

Bereken zijde BC
Rond af op 1 decimaal

Slide 25 - Open vraag

Hoe groot is hoek C?
A
210 graden
B
55 graden
C
30 graden
D
Kun je zo niet berekenen, driehoek is niet rechthoekig.

Slide 26 - Quizvraag

Welke zijde is de overstaande zijde van hoek B?
A
AB
B
BC
C
AC
D
Geen van de gegeven antwoorden is goed

Slide 27 - Quizvraag

Hoek A bereken je met ........?
A
SINUS
B
TANGENS
C
COSINUS
D
stelling van Pythagoras

Slide 28 - Quizvraag

Bereken de hoek met het (?) in graden.
A
69
B
67
C
21
D
23

Slide 29 - Quizvraag

Bereken de grootte van hoek C in graden.
A
55
B
44
C
34
D
47

Slide 30 - Quizvraag

Hoeveel graden is hoek A?

Slide 31 - Open vraag

Hoeveel graden is hoek A?

Slide 32 - Open vraag

Zijde AB bereken je met ....?
A
SINUS
B
COSINUS
C
stelling van Pythagoras
D
TANGENS

Slide 33 - Quizvraag

Bereken de lengte van zijde BC.
A
8
B
6
C
7
D
5

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

hoeken berekenen: regels
1. de som van de hoeken van een driehoek zijn 180 graden
2. de som van de hoeken van een vierhoek zijn 360 graden
3. een rechte hoek is 90 graden.
4. een gestrekte hoek is 180 graden
5. een volle hoek is 360 graden
6. Z en F hoeken  bij evenwijdige lijnen
7. overstaande hoeken zijn gelijk

Slide 37 - Tekstslide

In vlieger ABCD is hoek A1 28
en hoek C2 46

Bereken hoek D.
°
°

Slide 38 - Open vraag

Bereken hoek A12

Slide 39 - Open vraag

Hoeveel graden zijn hoek D12 samen

Slide 40 - Open vraag

Met welke hoek vormt B1 een Z figuur?

Slide 41 - Open vraag

Bereken hoek D1?

Slide 42 - Open vraag