H13 Vlakke figuren

Vlakke figuren
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vlakke figuren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel graden is een rechte hoek, een gestrekte hoek en een hele hoek.
A
Rechte hoek: 45 Gestrekte hoek: 90 Hele hoek: 180
B
Rechte hoek: 90 Gestrekte hoek: 180 Hele hoek: 360
C
Rechte hoek: 25 Gestrekte hoek: 50 Hele hoek: 100
D
Rechte hoek: 15 Gestrekte hoek: 30 Hele hoek: 60

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is symmetrie?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lijn symmetrie
Meerdere manieren
Waar kan je een lijn trekken zodat het spiegel/lijn symmetrisch blijft..

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Draai symmetrie en graden
Cirkel: 360 graden

Kijk hoe vaak een figuur draai symmetrisch is
Deel dat door 360
Figuur 1: .....
Figuur 2: .......

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Logo: spiegel of draai
Als het draait, over hoeveel graden?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Logo: spiegel of draai
Als het draait, over hoeveel graden?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Figuur: spiegel of draai
Als het draait, over hoeveel graden?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Spiegelsymmetrisch
Draaisymmetrisch
beide

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Eigenschappen driehoeken

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eigenschappen vierhoeken

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoek N is 80 graden.
Hoeveel graden is hoek L? Waarom?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Rekenen met hoeken
Cirkel is 360 graden
Gestrekte hoek: 180 graden

Dus hoeveel zijn de hoeken 
2, 3 en 4?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Driehoek 180 graden, vierhoek 360 graden

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel graden is hoek 2 ?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel graden is hoek F?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke regel gebruik je in een driehoek?
A
Hoekensom vierhoek 360 graden
B
Gestrekte hoek 180 graden
C
Hoekensom driehoek 180 graden
D
Overstaande hoeken

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De figuur hiernaast is een ...
A
vierkant
B
vlieger
C
ruit
D
parallellogram

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soort driehoek is dit?
A
Gelijkbenig
B
gelijkzijdig
C
rechthoekig
D
gewoon een driehoek

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soort driehoek is dit?
A
gelijkbenig
B
gelijkzijdig
C
rechthoekig
D
gewone driehoek

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel symmetrieassen heeft deze driehoek?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel symmetrieassen heeft deze driehoek?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel graden is Hoek P2?
A
33o
B
147o
C
114o

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor driehoek is dit?
A
gelijkbenig
B
rechthoekig
C
gelijkzijdig
D
gewone driehoek

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoeveel symmetrie-assen
heeft het figuur?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 25 - Quizvraag

Benadruk dat optie B en C niet tot het goede antwoord leiden. Daarom moet je gewoon de onhandige originele volgorde gebruiken.

Hoeveel symmetrie-assen
heeft het figuur?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 26 - Quizvraag

Benadruk dat optie B en C niet tot het goede antwoord leiden. Daarom moet je gewoon de onhandige originele volgorde gebruiken.
Wat is de tophoek?
A
A
B
B
C
C

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoeveel symmetrie-assen
heeft het figuur?
A
2
B
4
C
8
D
oneindig

Slide 28 - Quizvraag

Benadruk dat optie B en C niet tot het goede antwoord leiden. Daarom moet je gewoon de onhandige originele volgorde gebruiken.
Bestaan er driehoeken met twee rechte hoeken?
A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke 2 driehoeken
zie je hier?

A
rechthoekige driehoek & gelijkbenige driehoek
B
gelijkzijdige driehoek & rechthoekige driehoek
C
gelijkbenige driehoek & gelijkzijdige driehoek
D
dit zijn geen driehoeken

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel rechthoekige driehoeken zie ik hier?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk figuur is dit?
A
Vierhoek
B
ruit
C
paralellogram
D
vlieger

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk vlakke figuur is dit?
A
vierhoek
B
rechthoek
C
ruit
D
vierkant

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze eigenschap hoort bij
Alle zijden even lang
A
Parallellogram en ruit
B
Alleen ruit
C
Alleen parallellogram

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke figuur zie je
hier?
A
vierkant
B
ruit
C
rechthoek
D
parallellogram

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welk vlakke figuur is dit?
A
Trapezium
B
Vierkant
C
Rechthoek
D
Parallellogram

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een parallellogram heeft twee evenlange overstaande zijden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heten
deze vierhoeken?
A
vlieger en ruit
B
vlieger en parallellogram
C
ruit en parallellogram
D
driehoek en ruit

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel symmetrieassen
heeft een parallellogram?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke lengtemaat
wordt bedoeld?
A
cm
B
dm
C
m
D
km

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als ik de OMtrek wil meten:
A
Meet ik er OM heen
B
Meet ik wat er OP moet

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lengtematen omrekenen
5 mm = ..... cm
A
0,5 cm
B
50 cm
C
500 cm
D
5000 cm

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lengtematen omrekenen
500 m = ..... km
A
0,5 km
B
5 km
C
50 km
D
500 km

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een rechthoek heeft de maten van 5 bij 8 cm. Hoeveel is de oppervlakte?
A
5+ 5 + 8 +8= 26 cm
B
5 + 8= 13 cm
C
5 x 8 = 40 cm
D
5 x 8 = 40 cm²

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is de
straal?
van de cirkel?
A
20 m
B
20 m²
C
20 cm
D
40 cm

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is de diameter?
van de cirkel?
A
5 m
B
5 m²
C
5 cm
D
10 cm

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Straal van een cirkel is 8 cm.
Bereken de oppervlakte
in . Rond af op 1 decimaal.

cm2
A
201,0 cm²
B
201,7 cm²
C
404,2 cm²
D
201,7 cm

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De maten van deze balk zijn:
8 cm lang
5 cm breed
3 cm hoog
Wat is de oppervlakte?
A
120 cm²
B
79 cm²
C
158 cm²
D
134 cm

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de inhoud?
A
12 liter
B
72 liter
C
24 liter
D
72dm3

Slide 49 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies