Semana 7

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansWOStudiejaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Necesitas el portátil (laptop) om de les te starten via LessonUp, la libreta (schrift), el libro (het boek)

Slide 3 - Tekstslide

timer
1:30
Escribe en holandés o español sobre la clase anterior / Schrijf in het Nederlands of Spaans wat je kan herinneren over de vorige les.

Slide 4 - Woordweb

Tema : Unidad 4 "Mi semana" lección 1
LEERDOELEN: 
- Ik kan mijn dagindeling in het Spaans beschrijven. "Por la tarde y por la noche"/ in de middag en in de avond"
- Ik kan zelf Spaanse zinnen maken door WEDERKERENDE WW  te vervoegen. -Ik kan op de juiste manier de wederkerende voornaamwoorden gebruiken.
- Ik weet hoe ik de  REGELMATIGE EN ONREGELMATIGE WW in het Spaans moet vervoegen.
- Ik ken de bijwoorden van tijd in het Spaans: primero, antes      después...


Slide 5 - Tekstslide

Gaan
Ze gaan naar school

Slide 6 - Tekstslide

Het kind verlaat het huis
Uitgaan

Slide 7 - Tekstslide

Doen
Het kind maakt huiswerk.

Slide 8 - Tekstslide



Vergeet niet deze 3 belangrijke WW!

SALIR: UITGAAN
(En mi tiempo libre salgo con mis amigos)

HACER: DOEN
(Hago natación)

IR: GAAN 
(Voy a la piscina)

Slide 9 - Tekstslide

p. 68 y 72 libro 

Slide 10 - Tekstslide

Pag. 100

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

¿Qué parte del día es tu favorita: la mañana, la tarde o la noche? ¿Por qué? / Welk dagdeel is jouw favoriet: 's ochtends, 's middags of 's avonds? Waarom? In het Spaans beantwoorden.
timer
3:00

Slide 13 - Open vraag

Als je het dagdeel in het Spaans wil aangeven, gebruik je:
A
Por la (mañana/tarde/noche)
B
De la (mañana/tarde/noche)

Slide 14 - Quizvraag

p. 89 libro de texto
p. 77 libro de texto

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 1
Schrijf 5 zinnen in het Spaans over je routine op een schooldag (hoe laat je opstaat, wat je daarna doet, etc.)

primero (eerst)
después = entonces = luego       (dan, daarna, vervolgens)
también (ook)

timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide

Tu rutina del dia



Por ejemplo:
Los lunes me despierto por la mañana. Primero me cepillo los dientes y después me visto. Por la tarde hago los deberes y luego juego con mi perro. Por la noche voy a dormir.
Primero = eerst
después = entonces = luego        dan, daarna, vervolgens
luego = dan, daarna

Slide 17 - Tekstslide

Ik sta op is ..
A
yo levanto
B
me llevanto
C
me levanto
D
yo me despierto

Slide 18 - Quizvraag

Ik kleed me aan is ..
A
yo vesto
B
yo me vesto
C
yo visto
D
me visto

Slide 19 - Quizvraag

Opdracht 2

Slide 20 - Tekstslide

Wat ik nog moeilijk vind is...
Wat ik vandaag heb geleerd is...
Wat ik al goed kan is...
Wat ik met de lesstof kan doen is...
Mijn leerdoel van deze les was...
timer
2:00




Slide 21 - Woordweb

Hasta mañana

Slide 22 - Tekstslide