Par. 2.3 botten bewegen (2 lessen)

2.3 Deel 1
beenverbindingen, gewrichten en de bouw van een gewricht
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

2.3 Deel 1
beenverbindingen, gewrichten en de bouw van een gewricht

Slide 1 - Tekstslide

Startopdracht:
Nakijken in stilte:
2.1 Maken opdr. 3 t/m 21 
2.2: Maken opdr. 1 t/m 4



timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Hoe heet de vorm van de rugwervel?
A
Dubbele z-vorm
B
s-vorm
C
slinger
D
Dubbele s-vorm

Slide 3 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Oudere mensen hebben meer kalkstof in hun botten dan jonge mensen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Leerdoelen 2.3 deel 1 
  • Je kunt de beenverbindingen in het skelet benoemen en aangeven hoe beweeglijk ze zijn.
  • Je kunt de onderdelen van een gewricht benoemen en hun functie geven.
  • Je kunt drie soorten gewrichten in het skelet benoemen en omschrijven welke bewegingen ze kunnen maken.

Slide 5 - Tekstslide

Vier beenverbindingen
Vergroeiing: aan elkaar gegroeide botten, kun je niet bewegen
Naadverbinding: platte botten met een naad ertussen, kunnen niet bewegen
Kraakbeen: tussen de botten zit flexibel kraakbeen, kunnen beetje bewegen
Gewricht: zorgt voor de meeste beweging
 

Slide 6 - Tekstslide

Drie soorten gewrichten
  1. Kogelgewricht: kan alle kanten op bewegen (bijv. schouder)
  2. Scharniergewricht: kan maar in 1 richting heen en weer bewegen (zoals een deur; open en dicht) (bijv. elleboog of knie)
  3. Rolgewricht: rond draaien (bijv. pols)

Slide 7 - Tekstslide

Bouw van een gewricht

  1. Gewrichtskogel en kom
  2. Kraakbeenlaagje
  3. Gewrichtskapsel
  4. Gewrichtssmeer
  5. Gewrichtsbanden

Slide 8 - Tekstslide

Functies van de delen van een gewricht

Kraakbeen: zorgt ervoor dat de botten soepel langs elkaar draaien
Gewrichtskapsel: taai vlies, houdt botten bij elkaar
Gewrichtssmeer: zorgt ervoor dat het gewricht soepel kan bewegen
Gewrichtsbanden: extra versteviging 

Slide 9 - Tekstslide

Maken
Eerste 6 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 7.3
Maken: 2.2: opdr. 5 t/m 14
                 2.3: opdr. 1 t/m 22 

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken testjezelf

timer
6:00

Slide 10 - Tekstslide

vergroeiiing
naadverbinding
gewrichten
 kraakbeen

Slide 11 - Sleepvraag

Hoe zitten de ribben vast aan het borstbeen?
A
kraakbeen
B
gewrichten
C
vergroeid
D
naden

Slide 12 - Quizvraag

Een gewricht bevat laagjes kraakbeen. Wat is een functie van deze laagjes kraakbeen?
A
Ze zorgen ervoor dat de botten niet slijten
B
Ze houden botten van een gewricht op hun plaats
C
Ze maken de botten van een gewricht buigzamer
D
Ze zorgen ervoor dat een gewricht kan bewegen

Slide 13 - Quizvraag

Je ziet hier een gewricht. Nummer 3 is..
A
bot
B
beenweefsel
C
kraakbeen
D
gewrichtssmeer

Slide 14 - Quizvraag

Kogel-
gewricht

scharnier-
gewricht
rol-
gewricht

Slide 15 - Sleepvraag

Je armen en benen bewegen door...
A
Gewrichten
B
Kraakbeen
C
Naadverbinding
D
Vergroeiing

Slide 16 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding. Hoe zitten de botten aan elkaar vast bij de pijl?
A
Door een naad
B
Door kraakbeen
C
Door een gewricht
D
Door een vergroeiing

Slide 17 - Quizvraag


Dit is een ..1.. gewricht.
Hierin is een .. 2 ..beweging mogelijk
A
1. kogel 2. draaiende
B
1. scharnier 2. heen en weer
C
1. rol 2. draaiende
D
1. draai-rol 2. heen en weer

Slide 18 - Quizvraag

2.3 Deel 2
Spieren

Slide 19 - Tekstslide

Startopdracht:
Nakijken par. 2.1 en 2.2 



timer
5:00

Slide 20 - Tekstslide

Op welke plaatsen in je lichaam kun je de meeste verschillende bewegingen maken?
A
Schouder en heup
B
Elleboog en knie
C
Vingers en tenen

Slide 21 - Quizvraag

Welke beenverbindingen is 1
A
vergroeiing
B
naadverbinding
C
kraakbeenverbinding
D
gewricht

Slide 22 - Quizvraag

Op welke manier zit de schedel vast?
A
vergroeiing
B
lijmverbinding
C
naadverbinding
D
gewricht

Slide 23 - Quizvraag

Welk soort gewricht zie je in het fragment?
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
rolgewricht
D
draaikogelgewricht

Slide 24 - Quizvraag

Kijk naar de afbeelding. hoe wordt nummer 4 genoemd?
A
gewrichtsknobbel
B
gewrichtssmeer
C
gewrichtskom
D
gewrichtsbanden

Slide 25 - Quizvraag

Leerdoelen 2.3 deel 2
  • Je kunt uitleggen hoe spieren botten laten bewegen
  • Je kunt de onderdelen van een spier benoemen en uitleggen hoe een spier samentrekt

Slide 26 - Tekstslide

Spierstelsel
Je hebt ongeveer 600 verschillende spieren

Je hebt skeletspieren (willekeurige spieren) en spieren in je organen (zoals bijvoorbeeld je hart, bloedvaten, huid en verteringsorganen)

Slide 27 - Tekstslide

Bouw van een spier

spier
spierbundel
spiervezel

pees: uiteinde van de spier waarmee de spier aan het bot vastzit 

Slide 28 - Tekstslide

Spieren in je arm
Armbuigspier (bicep): Zit vast aan schouderblad en spaakbeen.


Armstrekspier (tricep): Zit aan de achterkant van de bovenarm. Zit vast aan schouderblad en ellepijp

Biceps en triceps zijn antagonisten

Slide 29 - Tekstslide

Werking van een spier

Slide 30 - Tekstslide

Samentrekken spier

Slide 31 - Tekstslide

Maken
Eerste 6 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 2.3
Maken: opdracht 2.2: 5 t/m 14 en 2.3: 1 t/m 22

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf (2.1 t/m 2.3)

timer
6:00

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Extra uitleg filmpjes

Slide 34 - Tekstslide

0

Slide 35 - Video

0

Slide 36 - Video