Signaalwoorden 07/06

Les connecteurs
signaalwoorden/ verbandwoorden/ verbindingswoorden/ 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Les connecteurs
signaalwoorden/ verbandwoorden/ verbindingswoorden/ 

Slide 1 - Tekstslide

signaalwoorden (FA)

Slide 2 - Woordweb

Waarom zou je signaalwoorden gebruiken?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Video

Opsomming
Reden
Tegenstelling
Conclusie
car
mais
par contre
enfin
de plus
au contraire
comme
aussi
en conclusion
et
parce que
bref
cependant

Slide 5 - Sleepvraag

Welk signaalwoord past?
Je suis fatigué, ______ je dois travailler.
A
comme
B
donc
C
puis
D
mais

Slide 6 - Quizvraag

Welk signaalwoord past?
D'abord on a mangé, ______ on a fait du sport.
A
donc
B
par contre
C
puis
D
alors

Slide 7 - Quizvraag

Welk signaalwoord past?
Je ne sors pas ... il pleut.
A
pourtant
B
donc
C
parce qu'
D
par contre

Slide 8 - Quizvraag

Welk signaalwoord past?
J'ai fait mes devoirs, ... j'ai des bonnes notes.
A
c'est pourquoi
B
aussi
C
par exemple
D
pour

Slide 9 - Quizvraag

Welk signaalwoord past?
D'abord j'ai embrassé ma mère, ... mon père.
A
si
B
puis
C
mais
D
donc

Slide 10 - Quizvraag

Welk signaalwoord past?
J'ai fait mes exercices, j'ai appris le vocabulaire, ... je suis bien préparé!
A
en plus
B
parce que
C
par contre
D
bref

Slide 11 - Quizvraag

Wat heb jij vandaag geleerd?

Slide 12 - Tekstslide