Goed gebekt deel 1, taak 7

Goed gebekt deel 1, taak 7
Wat is de betekenis van de moelijke woorden?
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Goed gebekt deel 1, taak 7
Wat is de betekenis van de moelijke woorden?

Slide 1 - Tekstslide

"Wie heeft er nog een prangende vraag?", vroeg de voorzitter
A
logische
B
de vraag over een ander onderwerp
C
dringende

Slide 2 - Quizvraag

De continuïteit van dat bedrijf komt in gevaar door haar vertrek.
A
personeelsbezetting
B
voortgang
C
ploegendienst

Slide 3 - Quizvraag

Wat zijn jouw initialen?
A
grootste wensen voor de toekomst
B
van alle namen van iemand de eerste letter
C
aantoonbare ervaringen in het bedrijfsleven

Slide 4 - Quizvraag

Het vertrek van de burgemeester zorgde voor veel consternatie.
A
ellende
B
opschudding
C
roddel

Slide 5 - Quizvraag

Die advocaat werkt soms pro Deo
A
met veel plezier
B
alleen op zon- en feestdagen
C
gratis

Slide 6 - Quizvraag

Moeilijke woorden
Wat betekent het moeilijke werkwoord?

Slide 7 - Tekstslide

Een goede prestatie zullen zij honoreren
A
gebruiken
B
voordragen
C
belonen

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel geld kun jij daaraan spenderen?
A
besteden (aan)
B
missen
C
gebruiken

Slide 9 - Quizvraag

Wie gaat de goederen distribueren?
A
gebruiken
B
verdelen
C
eisen

Slide 10 - Quizvraag

Door die tegenslag zullen zij inkomsten derven
A
missen
B
verdelen
C
gebruiken

Slide 11 - Quizvraag

Een schadevergoeding claimen
A
voordragen
B
eisen
C
besteden

Slide 12 - Quizvraag

Gezegdes/uitdrukkingen
Vul aan met het juiste werkwoord

Slide 13 - Tekstslide

Iemand op staande voet .....
A
spreken
B
laten vertrekken
C
ontslaan

Slide 14 - Quizvraag

De plank totaal .....
A
misslaan
B
bouwen
C
pakken

Slide 15 - Quizvraag

Iemand op de vingers .....
A
slaan
B
tikken
C
pakken

Slide 16 - Quizvraag

Iemand de oren .....
A
vegen
B
poetsen
C
wassen

Slide 17 - Quizvraag

Luchtkastelen .....
A
maken
B
bouwen
C
verzinnen

Slide 18 - Quizvraag