H3: §1.3, §2.3, §3.3 Lezen quiz

Een tekst waarin een antwoord wordt gegeven op een feitelijke vraag (bijv. Kun je niezen als je slaapt?) noemen we een..?
A
artikel
B
betoog
C
interview
D
nieuwsbericht
1 / 18
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Een tekst waarin een antwoord wordt gegeven op een feitelijke vraag (bijv. Kun je niezen als je slaapt?) noemen we een..?
A
artikel
B
betoog
C
interview
D
nieuwsbericht

Slide 1 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst?

Slide 2 - Open vraag


Wat is de kernzin?


Slide 3 - Open vraag

Noem 3 functies van een inleiding.

Slide 4 - Open vraag

En noem 2 functies van een slot.

Slide 5 - Open vraag

§2.3 Wat is geen kenmerk van een nieuwsbericht?
A
gaat over een actuele gebeurtenis
B
heeft een driedeling (inleiding-kern-slot)
C
is een informatieve tekst
D
is neutraal geformuleerd

Slide 6 - Quizvraag

Is hier sprake van objectieve of subjectieve informatie?

Het massaal genegeerde vuurwerkverbod heeft dit jaar veel meer slachtoffers gemaakt dan vorig jaar toen ook een verbod gold. Volgens VeiligheidNL gaat het om 773 mensen.
A
objectieve informatie
B
subjectieve informatie

Slide 7 - Quizvraag

Is hier sprake van objectieve of subjectieve informatie?

Volgens het Witte Huis zou de Chinese app TikTok een bedreiging vormen voor de nationale veiligheid, het buitenlandbeleid en de economie van de Verenigde Staten.
A
objectieve informatie
B
subjectieve informatie

Slide 8 - Quizvraag

Noem 3 dingen waar je op kunt letten als je wil weten voor welk leespubliek een tekst is bedoeld?

Slide 9 - Open vraag

Wat is het tekstdoel van een betoog?
A
informeren
B
activeren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 10 - Quizvraag

Waarmee probeert de schrijver in een betoog zijn mening toe te lichten?

Slide 11 - Open vraag

Ik vind TikTok een leuke app, omdat de meeste gebruikers jongeren tussen de 13 en 17 jaar zijn.
Is dit een objectief of een subjectief argument?
A
objectief
B
subjectief

Slide 12 - Quizvraag

Ik vind TikTok een leuke app, omdat er grappige filmpjes op worden gedeeld.
Is dit een objectief of een subjectief argument?
A
objectief
B
subjectief

Slide 13 - Quizvraag

Hoe kan de schrijver in een betoog met een tegenargument de lezer overtuigen van zijn standpunt?

Slide 14 - Open vraag

Juist of onjuist?: Een betoog heeft meestal een driedeling en een beoordeling een tweedeling.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Welk tekstverband?
Kortom, het is goed als er een vuurwerkverbod komt.
A
concluderend
B
samenvattend
C
middel/doel
D
oorzaak/gevolg

Slide 16 - Quizvraag

Bedenk een zin met als tekstverband oorzaak/gevolg.

Slide 17 - Open vraag

Welk tekstverband?
Als ik een voldoende voor Nederlands haal, trakteer ik mevrouw Vunderink op een reep chocola.
A
middel/doel
B
oorzaak/gevolg
C
redengevend
D
voorwaardelijk

Slide 18 - Quizvraag