21 herhaling lidwoord en congruentie

Argo les 21
herhaling zelfstandig naamwoord
oefenen met congruentie znw- bnw
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Argo les 21
herhaling zelfstandig naamwoord
oefenen met congruentie znw- bnw

Slide 1 - Tekstslide

lidwoord
Zet de vormen van het lidwoord op de juiste plaats.

Slide 2 - Tekstslide

nom mnl ev
gen mnl ev
dat mnl ev
acc mnl ev
nom mnl mv
gen mnl mv
dat mnl mv
acc mnl mv
τοῦ
τῷ
τόν
οἱ
τῶν
τοῖς
τούς

Slide 3 - Sleepvraag

nom vrl ev
gen vrl ev
dat vrl ev
acc vrl ev
nom vrl mv
gen vrl mv
dat vrl mv
acc vrl mv
τῆς
τῇ
τήν
αἱ
τῶν
ταῖς
τάς

Slide 4 - Sleepvraag

nom onz ev
gen onz ev
dat onz ev
acc onz ev
nom onz mv
gen onz mv
dat onz mv
acc onz mv
τό
τοῦ
τῷ
τό
τά
τῶν
τοῖς
τά

Slide 5 - Sleepvraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Juist of onjuist?
Als een bnw met een znw congrueert, hebben ze altijd dezelfde uitgang
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Als een bnw en een znw congrueren, komen ze overeen in...
A
Naamval en geslacht
B
Getal en geslacht
C
Naamval en getal
D
Naamval, getal en geslacht

Slide 10 - Quizvraag

congruentie
Zet ieder bijvoeglijk naamwoord achter het zelfstandig naamwoord, waarmee het congrueert.

Slide 11 - Tekstslide

την χωραν
της χωρας
δεινης
δεινον
ο δουλος
τον δουλον 
δεινος
μακραν

Slide 12 - Sleepvraag

Kies de juiste vorm:
τῆς ... νυκτός
A
μακρά
B
μακρᾶς
C
μακρᾷ
D
μακράν

Slide 13 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
... τύχη
A
ἀγαθή
B
ἀγαθῇ
C
ἀγαθά
D
ἀγαθῆς

Slide 14 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
παιδες ...
A
ἀνδρεῖοι
B
ἀνδρεῖαι
C
ἀνδρεῖα
D
ἀνδρείους

Slide 15 - Quizvraag

voor de volgende vraag krijg je een paar minuten

je mag (zachtjes) overleggen met je buren!

Slide 16 - Tekstslide

ἡγέμων
ἀσπίδι
πόδες
δόρυ
γυναίξιν
ἥρωας
ἐσθῆτος
σώματα
λιμένι
ἀγαθός
καλῇ
καλοί
μακρόν
καλαῖς
ἀνδρείους
μακρᾶς
καλά
ἀγαθῷ

Slide 17 - Sleepvraag

Hoe goed ken je de uitgangen van de znw en bnw inmiddels?
A
Helemaal
B
Grotendeels
C
Een beetje
D
Totaal niet

Slide 18 - Quizvraag

Hoe goed snap je het congrueren van bnw en znw?
A
Helemaal
B
Grotendeels
C
Een beetje
D
Totaal niet

Slide 19 - Quizvraag

EINDE

Slide 20 - Tekstslide