Vaardigheden 2425

Historische Vaardigheden
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Historische Vaardigheden

Slide 1 - Tekstslide

Historische vaardigheden
Je moet kunnen bepalen of een bron
  • bruikbaar is
  • betrouwbaar & minder betrouwbaar kan zijn
  • representatief is

Je moet oorzaak en gevolg, verandering en continuïteit kunnen herkennen
Je moet de standplaatsgebondenheid in kunnen bepalen 

Slide 2 - Tekstslide

Welke soorten bronnen zijn er?
  • Beeldbron: plaatje/foto/spotprent/strip/video
  • Tekstbron
  • Geluidsbron

  • Gebouwen, ruïnes ed.
  • Voorwerpen (schilderijen, beelden, potjes etc) 


Slide 3 - Tekstslide

1. Bruikbaarheid van bronnen
Hoe bepaal je of een bron bruikbaarheid is? 


  • Bij het beoordelen van bronnen op bruikbaarheid kijk je of een bron een (deel) van een antwoord geeft op je onderzoeksvraag. 
  • De bron hoeft dus niet de hele  vraag te beantwoorden! 
> Als bovenstaande  het geval is kan er gesproken worden van een bruikbare bron.

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer is een bron bruikbaar?
A
Als het over de persoon gaat waar je onderzoek naar doet
B
Als het informatie geeft over het onderwerp dat je onderzoek.
C
Als het over dezelfde tijd gaat waarnaar je ook onderzoek doet.
D
Alle bronnen zijn altijd bruikbaar.

Slide 5 - Quizvraag

Bekijk de bron. Voor welke vraag is de bron bruikbaar (geeft de bron dus antwoord op)
A
Hoe werd in de VS over het communisme gedacht?
B
Hoe serieus was het plan van de SU om de VS aan te vallen?
C
Hoe is het te verklaren dat de VS en de SU een wapenwedloop hielden?
D
Hoe reageerden Amerikaanse communisten op dit soort propaganda?

Slide 6 - Quizvraag


Links zie je een prent van de Nederlandse tekenaar Albert Hahn (1877-1918).
 
In de Eerste Wereldoorlog legden de Duitsers een elektrische draadversperring aan langs de grens tussen België en Nederland. Door de aanleg van deze versperring waren er voor de bewaking van de grens minder Duitse troepen nodig. In de loop van de oorlog maakte de 'Dodendraad' honderden slachtoffers onder vluchtelingen, grensbewoners, smokkelaars en deserteurs. 

Welke bewering over deze bron is juist?
A
De bron geeft een objectief beeld van de draadversperring langs de grens en van de slachtoffers die daardoor gevallen zijn.
B
De prent is een bruikbare bron als je objectief wilt beschrijven hoe er in ons land op de Eerste Wereldoorlog werd gereageerd.
C
De bron is representatief voor de neutraliteit van Nederland, dat geen partij in het conflict was en dat ook niet wilde worden.
D
geen van de genoemde beweringen is juist

Slide 7 - Quizvraag

2. Representativiteit 
 Bij representativiteit kijk je of iets vaker voor komt of niet. 

  • Je doet onderzoek naar mensen die in contact zijn geweest met de Dodendraad
  •   Tijdens jouw onderzoek spreek je ook mensen wiens familie het gebied verlaten hebben omdat ze een elektrisch hek te gevaarlijk vonden voor hun kinderen. Is dit representatief voor de situatie tijdens de Eerste Wereldoorlog? 

  • Hoe meer bronnen hetzelfde beeld geven, hoe representatiever het is.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Lees de bron
I Dagboeken uit de oorlog zijn veelal bruikbare bronnen voor onderzoek naar het alledaagse leven tijdens de Tweede Wereldoorlog.

II Het Achterhuis van Anne Frank is representatief voor de situatie van de Nederlandse Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Welke stelling is goed in verband met de bron?

A
Beide zijn goed
B
I is goed en II is fout
C
I is fout en II is goed
D
Beide zijn fout

Slide 10 - Quizvraag

3. Betrouwbaarheid 
Om de betrouwbaarheid van een bron te kunnen vaststellen, moet je die op een aantal verschillende zaken toetsen.  

  1. Wie is de maker van de bron?  Is de maker onpartijdig? Zijn er belangen in het spel? Is de maker vrij om zijn 'mening/bevindingen' te delen? 
  2. Hoe is de maker aan zijn informatie gekomen? Heeft hij het van horen zeggen of was hij er zelf bij.?  Is hij een tijdgenoot of ooggetuige?  

Slide 11 - Tekstslide

Betrouwbaarheid 

3. Wat is de bedoeling van de bron? Wil de maker alleen laten zien hoe het eraan toe ging of wil hij bijvoorbeeld jouw mening in een bepaalde richting vormen
4  Geeft de bron feiten of meningen weer? 
5. Wanneer is de bron gemaakt > Herinneringen worden minder scherp zijn. 
Schokkende gebeurtenissen kunnen weggestopt worden. Er kan sprake zijn van een trauma.  

Let op: Vaak moet je aangeven waarom de bron WEL betrouwbaar is. En waarom misschien ook NIET...

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Bij het controleren van de betrouwbaarheid van bronnen let je op:
A
Wanneer is de bron gemaakt
B
Wat is de bedoeling van de maker van de bron
C
Hoe is de maker aan zijn informatie gekomen
D
Alle drie!

Slide 14 - Quizvraag

De website van het Stadsarchief over de Februaristaking is...
A
betrouwbaar.
B
onbetrouwbaar.

Slide 15 - Quizvraag

4. Standplaatsgebondenheid
Jouw opvattingen, ervaringen, persoonlijke omstandigheden en eigenschappen bepalen hoe je naar gebeurtenissen kijkt.

Denk aan:
  • leeftijd
  • nationaliteit
  • man/vrouw/?
  • religie
  • normen en waarden
  • rijk/ arm etc 


Slide 16 - Tekstslide

Je inleven 
De vragen die je bij een bron stelt zijn:
  1. Waar, wanneer en door wie is de bron gemaakt? 
  2. Wat weet je over de persoonlijke eigenschappen, ervaringen en opvattingen van de maker van de bron
  3. Hoe leefden mensen in die tijd? Wat speelde er in dat gebied? Hoe zag hun leven eruit? Wat was toen 'normaal?'

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

5. Analyse van Spotprenten
Stap 1 LEZEN
Lees het bronbijschrift
Wanneer en door wie is de prent gemaakt? 
Wat lees je over de maker van de prent, bijvoorbeeld: nationaliteit, leeftijd, geslacht of politieke partij?

Hier rust de Amerikaanse democratie
Maarten Wolterink - Cartoonist BNN VARA


Slide 20 - Tekstslide

STAP 2 Kijken  


Wat zie je? 
Wat doen de mensen of figuren? 
Welke kleren dragen ze? 
Welke spullen hebben ze bij zich? 
Staat er tekst in de prent? 
Zeggen de personen iets tegen elkaar?

Hier rust de Amerikaanse democratie
Maarten Wolterink - Cartoonist BNN VARA


Slide 21 - Tekstslide


STAP 3 Koppelen  

Waar gaat de prent over? 

Aan welke gebeurtenis of ontwikkeling kun je deze koppelen? 

Wat weet je daarover?

Hier rust de Amerikaanse democratie
Maarten Wolterink - Cartoonist BNN VARA


Slide 22 - Tekstslide

STAP 4 Begrijpen  



Wat wordt bespot? Wat wordt negatief, wat positief getoond? Zie je een overdrijving of een tegenstelling? 

Wie of welke groep wordt belachelijk gemaakt?

Hier rust de Amerikaanse democratie
Maarten Wolterink - Cartoonist BNN VARA


Slide 23 - Tekstslide



STAP 5 Boodschap


Wat wil de tekenaar met deze spotprent zeggen?
 Gebruik al je antwoorden bij de vorige stappen.

Hier rust de Amerikaanse democratie
Maarten Wolterink - Cartoonist BNN VARA


Slide 24 - Tekstslide

5. Economische, politieke of culturele redenen


VOORBEELD HET DAWESPLAN

Politieke redenen voor de Amerikanen > vrede in Europa bevorderen/bondgenoten
Economische redenen > Fransen konden handelen met Amerikanen. 
Culturele redenen > Amerikaanse uitvingen en leefwijze overbrengen naar Europa

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag! 
Ga naar de eindexamensite en oefen met WOI en het Interbellum Gebruik eventueel de theorie uit deze les! 

In je boek vind je deze theorie op blz 188 en 189 en 194 en 195

 

Slide 26 - Tekstslide