Les 35 (04-03)

Cours du 4 mars
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Cours du 4 mars

Slide 1 - Tekstslide

Programme
  • Presentie
  • Lesdoelen
  • Herhalen
     - klokkijken
     - être en avoir
  • Paragraphe H
    - Het bezittelijk voornaamwoord.
  • Au travail!
  • Afsluiting
  • Les devoirs

Slide 2 - Tekstslide

Presentie

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Na de les....
...kun je het bezittelijk voornaamwoord gebruiken. 


Slide 4 - Tekstslide

Huiswerkcontrole
- ex. 24a, b, c
- ex. 25
- ex. 26a, d



Open je boek op p.120-123

Slide 5 - Tekstslide

Herhalen
We gaan nu de volgende onderdelen herhalen:
- avoir en être

Slide 6 - Tekstslide

Être en Avoir
We gaan nu de rijtjes van être en avoir herhalen. 

Maak de volgende sleepvraag:

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

je/j'
tu
il / elle / on
nous
vous
ils/elles
ont
as
avons
avez
ai
a

Slide 9 - Sleepvraag

je/j'
tu
il / elle / on
nous
vous
ils/elles
sont
es
sommes
êtes
suis
est

Slide 10 - Sleepvraag

De rijtjes naast elkaar

Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn bezittelijke voornaamwoorden
in het Nederlands?

Slide 12 - Woordweb

Paragraaf H
Het bezittelijk voornaamwoord.

Een bezittelijk voornaamwoord geeft altijd aan van wie iets is.

Kijk eens mee naar onderstaande zinnen:
1. Le stylo est bleu. C'est mon stylo.
2. La prof de gym est sympa. Heureusement, c'est ma prof.
3. Les copains sont gentils. Oui, ce sont mes copains.

Kijk eens naar de dikgedrukte woorden. Dit zijn voorbeelden van bezittelijke voornaamwoorden. Wat zou de regel kunnen zijn voor de vorm?
Kun je de Nederlandse vertaling al raden?

Slide 13 - Tekstslide

Paragraaf H
Het bezittelijk voornaamwoord hangt de vorm altijd af van het geslacht en het getal  van het zelfstandig naamwoord. Dit geeft het volgende schema:


Slide 14 - Tekstslide

Even oefenen
C'est ton stylo? Oui, c'est mon stylo. 
C'est ton livre? Oui, c'est mon livre.
C'est ta prof? Oui, c'est ma prof.
Ce sont tes copains? Oui, ce sont mes copains.

> Zoek alle vertalingen van 'mijn' en 'jouw' in bovenstaande zinnen.

Slide 15 - Tekstslide

Let op!
Als een zelfstandig naamwoord vrouwelijk is en begint met een klinker of een stomme h, dan gebruik je mon, ton, son. 

Julie est mon amie (v).
C'est mon histoire (v).

Slide 16 - Tekstslide

Au travail!
Jullie gaan nu de volgende oefeningen maken:
- ex. 30c, d, e
- ex. 31a, b, c
- ex. 32a, b

Ben je klaar?
Laat dan je oefeningen zien en ga vervolgens slim stampen of wrts
doen op je telefoon. uit je boek leren mag ook : Grammaire H
timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

Le tâche
Jullie gaan nu bezig met je tâche. 
  • Plak je foto's op je poster. 
  • Schrijf je zinnen onder elke foto.
  • Versier je poster.
  • lever hem bij mij in.


Niet klaar? 
> 8 maart uiterlijke inleverdatum!

Slide 18 - Tekstslide

Afsluiting
Noem het rijtje van 'jouw'. 

Waarom zijn de vormen verschillend?


Slide 19 - Tekstslide

Les devoirs
Maken voor de volgende les:

- ex. 30c, d
- ex. 31a, b
- werkblad klokkijken

apprendre het bezittelijk voornaamwoord.

Slide 20 - Tekstslide