Plezier in leesonderwijs

Leesvaardigheid
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Leesvaardigheid

Slide 1 - Tekstslide

Aanleiding
Vorig jaar verscheen de nieuwste versie van het PISA onderzoek. Dit is een driejaarlijks terugkerend grootschalig internationaal vergelijkend onderzoek naar de mate waarin 15-jarigen hun vaardigheden in lezen, wiskunde en natuurwetenschappen kunnen toepassen in dagelijkse situaties. Een van die conclusies is dat de leesvaardigheid en het leesplezier van Nederlandse leerlingen opnieuw zijn teruggelopen (OECD, 2019).

Slide 2 - Tekstslide

Doel
Het doel van dit onderzoek is om het leesplezier en daarmee de intrinsieke motivatie van de leerlingen van havo 4 van het Ludger College tijdens de leesvaardigheidslessen te verhogen door middel van een interventie. Hiervoor is de onderzoeksvraag opgesteld: ‘In hoeverre heeft differentiatie in keuze van teksten, verwerking van de opdracht, werkvorm en tempo bij leesvaardigheidslessen een positieve invloed op de leesmotivatie van havo-4 leerlingen op het Ludger College?’

Slide 3 - Tekstslide

Lezen is goed voor je!
Lezen heeft een belangrijke plaats in onze kennismaatschappij. Dagelijks worden we geconfronteerd met tekst: op verkeersborden, via e- mail, in de krant, vacatures of een bijsluiter van een medicijn. 

Slide 4 - Tekstslide

Op het werk bestaat .. procent van onze bezigheden uit lezen en schrijven (Buisman, 2014).
A
60
B
70
C
80
D
90

Slide 5 - Quizvraag

Een goede leesvaardigheid is dus essentieel voor een succesvolle deelname aan de maatschappij.

Slide 6 - Tekstslide

Onderzoeken
De nodige onderzoeken bevestigen echter afnemende leesvaardigheidsresultaten. Al in 1992 werd geconstateerd dat in Nederland steeds minder wordt gelezen en dat de leesvaardigheid van veel leerlingen in het voortgezet onderwijs te wensen over laat (Schooten, 2008). Het PISA- onderzoek 2018, een grootschalig internationaal vergelijkend onderzoek dat de kennis en vaardigheden van 15-jarige leerlingen meet, meldt dat aandacht voor lezen en leesmotivatie broodnodig is. In het onderzoek staat dat de leesprestaties en de leesmotivatie van Nederlandse leerlingen opnieuw zijn gedaald. Nederlandse leerlingen behalen de laagste leesvaardigheidsscores in vijftien jaar.

Slide 7 - Tekstslide

De Nederlandse resultaten vragen op twee punten aandacht: slechts ..% van de Nederlandse leerlingen leest op het geavanceerde begripsniveau en de betrokkenheid bij het lezen en het leesplezier is zeer laag vergeleken met de andere deelnemende landen.
A
8%
B
10%
C
18%
D
20%

Slide 8 - Quizvraag

Geen plezier in leesvaardigheid
Daarbij valt op te merken dat de leerlingen weinig plezier beleven aan het lezen van de teksten en het verwerken van de opdrachten. Tijdens gesprekken over deze demotivatie geven leerlingen aan tekstverklaren, teksten lezen en vragen beantwoorden zinloos, saai en moeilijk te vinden. Ze zien niet hoe kennis van leesstrategieën hen kan helpen bij het lezen van teksten en het beantwoorden van vragen. De leerlingen voelen zich vaak onzeker over hun begrip van een tekst. Ook weten ze niet hoe ze hun resultaten op dit onderdeel kunnen verbeteren. Dit gebrek aan motivatie zou kunnen samenhangen met de inhoud en vorm van het leesonderwijs op het Ludger College. Het is instrumenteel, niet gericht op betekenisverlening en eenvormig qua inhoud en vorm. De demotivatie van de leerlingen op het Ludger College komt overeen met de theorie uit de wetenschappelijk literatuur (Vermeij, 2011).

Slide 9 - Tekstslide

Dit onderzoek ...
... zal zich richten op het verbeteren van de leesvaardigheidslessen, tijdens de examentrainingperiode, in havo 4. De verwachting is dat het aanbieden van lessen die autonomie, competentie en relatie bevorderen en waarin gedifferentieerd wordt, positieve effecten zullen hebben op de motivatie van de havo 4 leerlingen op het Ludger College

Slide 10 - Tekstslide

Deci & Ryan (1985; 2000)
Volgens Deci & Ryan (1985; 2000) kunnen docenten de intrinsieke motivatie verhogen als ze weten in te spelen op drie psychologische basisbehoeften:
Autonomie. De leerling heeft de vrijheid om een activiteit naar eigen inzicht te kunnen uitvoeren en heeft invloed op wat hij/zij doet.
Gevoel van competentie. Het vertrouwen dat de leerling moet hebben in eigen kunnen.
Relatie, sociale verbondenheid. De verbondenheid met de omgeving, ofwel vertrouwen hebben in anderen. En een positief klimaat in de klas; leerlingen moeten zich vrij voelen
om vragen te stellen en niet bang zijn om fouten te maken (Verbeeck, 2010).
Wanneer docenten die basisbehoeften ondersteunen, wat ook wel aangeduid wordt als behoefte-ondersteunend lesgeven, scheppen zij optimale condities voor de motivatie en inzet van leerlingen (Stroet et al. 2013).

Slide 11 - Tekstslide

Luisteren naar de inbreng van de leerling, leerlingen gelegenheid geven om voor zichzelf te werken, leerlingen aan het woord laten, prijzen en aanmoedigen. Dit zijn kernaspecten van ....
A
autonomie ondersteuning
B
competentie
C
relatie

Slide 12 - Quizvraag

Structuur
Veel docenten blijken het in de praktijk echter lastig te vinden om autonomie-ondersteuning te bieden aan leerlingen met lagere prestatieniveaus, een lagere sociaaleconomische status of een allochtone achtergrond. Zo is bijvoorbeeld in eerder onderzoek gevonden dat er docenten zijn die minder autonomie-ondersteunend zijn ten opzichte van deze leerlingen en op een meer controlerende en sturende wijze structuur bieden. Bij deze docenten ligt hieraan vaak de veronderstelling ten grondslag dat leerlingen met lagere prestatieniveaus, taalachterstanden, minder gemotiveerd zijn en daardoor minder goed in staat zijn om te gaan met autonomie (Hornstra e.a., 2015; Reeve, 2009). Vanuit SDT wordt echter aangegeven dat autonomie- ondersteuning ook voor zwakkere of minder zelfstandige of gemotiveerde leerlingen effectief is, mits docenten de juiste mate van structuur bieden (Jang, Reeve, & Deci, 2010). Het alternatief voor deze leerlingen is dus niet om meer controlerend of sturend te zijn, maar hen te voorzien van structuur binnen een autonomie-ondersteunende context (Vanhoof e.a., 2012).

Slide 13 - Tekstslide

Differentiatie
Volgens de theorie van Deci & Ryan kun je de intrinsieke motivatie dus verhogen door te voldoen aan drie behoeften: verbondenheid, autonomie en competentie. Differentiatie is het middel, een middel dat ervoor zorgt dat leerlingen kunnen leren op maat, waarbij leerlingen hun leertraject kunnen afstemmen op hun voorkennis, interesse en voorkeuren.

Slide 14 - Tekstslide

Volgens Kolb (1984) zijn de manieren waarop leerlingen leren onder te verdelen in vier groepen, te weten die van dromer (leren door inleving), doener (leren door te doen), denker (leren door onderzoek) en beslisser (leren door informatie). Door opdrachten voor deze vier leerlingtypen te maken, wordt gedifferentieerd in ......
A
niveau
B
tempo
C
verdieping
D
leerstijl

Slide 15 - Quizvraag

De belangrijke elementen zijn om de leesmotivatie te verhogen.
- autonomie, competentie en relatie
- differentiatie (niveau-tempo-verdieping, belangstelling en leerstijl): variatie in teksten -     variatie in werkvormen - variatie in verwerking
- voorkennis activeren
- actuele teksten
- praten over lezen = modellen
- in een vaste structuur

Slide 16 - Tekstslide

Onderzoeksvraag

‘In hoeverre heeft differentiatie in keuze van teksten, verwerking van de opdracht, werkvorm en tempo bij leesvaardigheidslessen een positieve invloed op de leesmotivatie van havo-4 leerlingen op het Ludger College?

Slide 17 - Tekstslide

Interventie
  •  zes lessen van 45 minuten
  • opdrachten in opdrachtenkolom van Teams
  • opdracht wordt ingeleverd in Teams (feedback/retourneren)
  • keuzevrijheid: hoeveelheid  - keuze teksten - tempo - werkvorm - verwerking

Slide 18 - Tekstslide

kwalitatief + kwantitatief
Dit onderzoek is kwantitatief en kwalitatief van aard. Bij de vragenlijst (kwantitatief) staat het toetsen van gegevens centraal. Bij het interview (kwalitatief) ligt de focus op het onderbouwen, aanvullen, uitwerken, toepassen of tegenspreken van bestaande theorieën (Baarda, 2009). Met hulp van de vragenlijst probeert de onderzoeker feiten te achterhalen, waarbij de resultaten worden uitgedrukt in cijfers. Hiermee worden de twee deelvragen beantwoord:
1. Wat is de leesmotivatie van de havo 4-leerlingen vóór het inzetten van de interventie?
2. Wat is de leesmotivatie van de havo 4-leerlingen na het inzetten van de interventie?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Conclusie

Slide 22 - Tekstslide