VWO 2 Oefenen theorie talent 1.3

             Welkom
timer
10:00
Pak je boek!
We beginnen met lezen.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

             Welkom
timer
10:00
Pak je boek!
We beginnen met lezen.

Slide 1 - Tekstslide

Theorie Talent 1.3
Maken opdr. 10 - 11 - 12

Slide 2 - Tekstslide

Wat doe je als je een tekst verkennend leest?

Slide 3 - Open vraag

Tekst
Welke vragen stel je jezelf als je een tekst verkennend leest?
Wie is de hoofdpersoon
Wat is het onderwerp?
Wat is het doel van de tekst?
Hoeveel alinea's heeft de tekst?
Wat is het voor soort tekst?
Wat is de bron?
Is het fictie?

Slide 4 - Sleepvraag

Ik herken een alinea...
A
De laatste zin loopt niet door tot aan het eind.
B
Er staat soms een witregel tussen de alinea's
C
De eerste regel springt soms in.
D
A, b en c zijn allemaal goed

Slide 5 - Quizvraag

juist of onjuist?
Een tussenkopje is een titel van een alinea.

Slide 6 - Open vraag

juist of onjuist?
Een tussenkopje vertelt waar de alinea over gaat.

Slide 7 - Open vraag

juist of onjuist?
Het onderwerp beschrijft waar de tekst over gaat.

Slide 8 - Open vraag

Een deelonderwerp is (meestal) een alinea dat een deel van het onderwerp behandelt

Slide 9 - Open vraag

tekstverbanden

Slide 10 - Woordweb

signaalwoorden

Slide 11 - Woordweb

ten eerste, ook, tevens, verder, bovendien horen bij het tekstverband..
A
tijdsvolgorde
B
opsomming
C
tegenstelling
D
vergelijking

Slide 12 - Quizvraag

Net als, zoals zijn signaalwoorden van een ... verband.
A
vergelijkend
B
samenvattend
C
concluderend
D
tegenstellend

Slide 13 - Quizvraag

maar, echter, toch, evenwel, daarentegen horen bij het tekstverband
A
opsomming
B
tijdsvolgorde
C
tegenstelling
D
redengevend

Slide 14 - Quizvraag

Want, omdat zijn signaalwoorden van welk tekstverband?
A
concluderend
B
samenvattend
C
redengevend
D
uitleggend

Slide 15 - Quizvraag

Eerst, intussen, terwijl, toen, voordat, vervolgens horen bij het tekstverband...
A
tijdsvolgorde
B
tegenstelling
C
opsomming
D
vergelijking

Slide 16 - Quizvraag

'Limburg heeft heuvels, Groningen is helemaal vlak.'
Met welk woord kun je het verband tussen de twee delen van de zin duidelijk maken?

Slide 17 - Open vraag

verslag
gedicht
flyer
filmrecensie
Informeren
amuseren
overtuigen
activeren

Slide 18 - Sleepvraag

De hoofdgedachte van een informatieve tekst bestaat altijd uit feitelijke informatie.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quizvraag

De oefeningen gingen...
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Volledige instructie
Wat? Maken 1.3 Lezen opdr. 14 - 15 -16 - 17
Tijd? Einde van de les
Hoe? Stil zelf, samen fluisteren
Hulp nodig? Boek --> Buur --> Mol
Resultaat? Bespreken volgende les
Klaar? Taakwerk of lezen


Slide 21 - Tekstslide