Leerjaar 1
In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Water boils at 100 degrees Celsius.
Sam is 15 years old.I often watch TV in the evening.
Gebruik: om te praten over afspraken in de toekomst waarvan de tijd/plaats al vaststaat.
Vorm:
am/are/is (vorm van to be) + going to + hele werkwoord
He is leaving for New Zealand tomorrow.
I'm meeting Susan at the train station.
Look at those dark clouds. It is going to rain. I am not going to hike tomorrow. I am too tired to hike.
Tegenwoordige tijd - duurvorm
Gebruik: iets is nu, op dit moment aan de gang.
am/are/is (vorm van to be) + (werkwoord + ing)
I'm watching a film at the moment. Look! It's raining in Sydney.
He is taking a shower right now.