Leesvaardigheid 5.3 1k herhaling

5.3 Lezen herhaling
Les 1
Leg je spullen op tafel:
Boek
schrift
laptop
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

5.3 Lezen herhaling
Les 1
Leg je spullen op tafel:
Boek
schrift
laptop

Slide 1 - Tekstslide

Planning

  • Lesdoelen
  • Herhaling -> LU vragen
  • Aantekeningen/ uitleg
  • Maken

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de lessen kun je...
  • alle tekstsoorten benoemen 
  • opsommingen en tegenstellingen herkennen
  • de deeltitels, titels en alinea indelingen herkennen.



Slide 3 - Tekstslide

Tekstdoelen

Slide 4 - Woordweb

Wat wil de schrijver bereiken?
Wat is er opvallend aan deze folder?

Slide 5 - Tekstslide

Wat wil de schrijver bereiken?

Slide 6 - Tekstslide

informeren
activeren
amuseren
overtuigen

Slide 7 - Sleepvraag

Wat is het tekstdoel?
Tekstdoel:
Bij reclame/advertenties is het tekstdoel activeren.

De opmaak helpt de schrijver om zijn doel te bereiken.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het tekstdoel?

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het tekstdoel?

Wat is het tekstdoel?

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het tekstdoel?

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het tekstdoel?

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het tekstdoel?


Wat is het tekstdoel?

Slide 13 - Tekstslide

Tekstdoelen
Tekstdoel

> Informeren                Schrijver geeft informatie over een onderwerp (instructie/nieuwsbericht)

> Amuseren                  Schrijver probeert de lezer te vermaken (stripboek/leesboek)

> Overtuigen                 Schrijver probeert de lezer te overtuigen van zijn mening (filmrecensie)

> Activeren                    Schrijver probeert de lezer iets te laten doen (reclamefolder)

Slide 14 - Tekstslide

Signaalwoorden tegenstelling

Slide 15 - Woordweb

We hebben nog twee weken les, daarna toetsweek en een kleurweek, tot slot nog alle boeken inleveren. Het is dus bijna zomervakantie, maar we moeten nog best veel doen.

Benoem de 2 delen van de tegenstelling.

Slide 16 - Open vraag

We hebben nog twee weken les, daarna toetsweek en een kleurweek, tot slot nog alle boeken inleveren. Het is dus bijna zomervakantie, maar we moeten nog best veel doen.

Wat wordt er opgesomd?

Slide 17 - Open vraag

We hebben nog twee weken les, daarnaast toetsweek, vervolgens een kleurweek, tot slot nog alle boeken inleveren. Het is dus bijna zomervakantie, maar we moeten nog best veel doen.

Geef de signaalwoorden van een opsomming aan (uit de zin).

Slide 18 - Open vraag

Signaalwoorden

Slide 19 - Tekstslide

Deeltitel?
Alinea's?

Slide 20 - Tekstslide

Wat was de deeltitel van de tekst?

Slide 21 - Open vraag

Hoeveel alinea's had de tekst?

Slide 22 - Open vraag

Afmaken 5.3
timer
20:00
Je mag zachtjes samenwerken met je buurman/buurvrouw.
Klaar? 
Maken: Test Jezelf 5.3 en start 4.3

Slide 23 - Tekstslide

5.3 Lezen herhaling
Les 2
Leg je spullen op tafel:
Boek
schrift
laptop

Slide 24 - Tekstslide

Planning

  • Lesdoelen
  • Bespreken 1 t/m 17
  • Werkblad

Slide 25 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de lessen kun je...
  • alle tekstsoorten benoemen 
  • opsommingen en tegenstellingen herkennen
  • de deeltitels, titels en alinea indelingen herkennen.



Slide 26 - Tekstslide

Grammatica 5.8

Slide 27 - Tekstslide

Planning 
Herhaling grammatica

Slide 28 - Tekstslide

lw

Slide 29 - Woordweb

zn

Slide 30 - Woordweb

ww

Slide 31 - Woordweb

bn

Slide 32 - Woordweb

vz

Slide 33 - Woordweb

psv

Slide 34 - Woordweb

bzv

Slide 35 - Woordweb

Benoem alle woorden in de volgende zin:

De boze man is blij met haar.

Slide 36 - Open vraag

Eva vlecht mijn haar.

vlecht =
A
ww
B
zn
C
lw
D
bn

Slide 37 - Quizvraag

Noa en zijn vrienden gaan mee..

zijn =
A
ww
B
zn
C
psv
D
bzv

Slide 38 - Quizvraag

Wij gaan zaterdag ook naar dat feest.

zaterdag =
A
ww
B
zn
C
psv
D
bzv

Slide 39 - Quizvraag

Wij gaan zaterdag ook naar dat feest.

wij =
A
ww
B
zn
C
psv
D
bzv

Slide 40 - Quizvraag

Dat boek is van jou.

jou =
A
ww
B
zn
C
psv
D
bzv

Slide 41 - Quizvraag

Dat boek is van jou.

van =
A
vz
B
zn
C
psv
D
bzv

Slide 42 - Quizvraag

Ik geef dat boek aan jou.

jou =
A
vz
B
zn
C
psv
D
bzv

Slide 43 - Quizvraag

Blijf jij ook op school tot we uit zijn?

Blijf =
A
ww
B
zn
C
bn
D
psv

Slide 44 - Quizvraag

Dat muisje is piepklein.

piepklein =
A
ww
B
zn
C
bn
D
psv

Slide 45 - Quizvraag