3K - 1.2

Deze les: 
- bespreken opdracht 8 van paragraaf 1.1
- uitleg paragraaf 1.2
- opdrachten 1.2 maken
- nakijken 1.1 en 1.2
- afsluiten
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Deze les: 
- bespreken opdracht 8 van paragraaf 1.1
- uitleg paragraaf 1.2
- opdrachten 1.2 maken
- nakijken 1.1 en 1.2
- afsluiten

Slide 1 - Tekstslide

Opdr. 8 (blz. 10)
Naomie en Lars houden een maand lang hun belgedrag bij.
Lars belt in die maand 60 minuten en verstuurt 50 sms'jes. Hij heeft een prepaid telefoon. Dat kost € 0,35 per minuut voor bellen en € 0,15 per sms'je. Internetten zou € 2,50 per MB kosten, maar dat gebruikt Lars niet. 
Naomi belt 10 minuten, verstuurt 50 sms'jes en kijkt 3 YouTube-filmpjes van 1 MB per stuk. Zij heeft een sim-only abonnement. Dat kost € 7 voor bellen en sms'en en € 6 voor internetgebruik. Dat is ruim binnen haar bundel

Slide 2 - Tekstslide

Opdr. 8 (blz. 10)
Naomie en Lars houden een maand lang hun belgedrag bij.
Lars belt in die maand 60 minuten en verstuurt 50 sms'jes. Hij heeft een prepaid telefoon. Dat kost € 0,35 per minuut voor bellen en € 0,15 per sms'je. Internetten zou € 2,50 per MB kosten, maar dat gebruikt Lars niet. 


Slide 3 - Tekstslide

Opdr. 8 (blz. 10)
Naomie en Lars houden een maand lang hun belgedrag bij.
Lars belt in die maand 60 minuten en verstuurt 50 sms'jes. Hij heeft een prepaid telefoon. Dat kost € 0,35 per minuut voor bellen en € 0,15 per sms'je. Internetten zou € 2,50 per MB kosten, maar dat gebruikt Lars niet. 


Slide 4 - Tekstslide

8a

Slide 5 - Tekstslide

8a

Slide 6 - Tekstslide

Lars belt in die maand 60 minuten en verstuurt 50 sms'jes. Hij heeft een prepaid telefoon. Dat kost € 0,35 per minuut voor bellen en € 0,15 per sms'je. Internetten zou € 2,50 per MB kosten, maar dat gebruikt Lars niet. 
8a

Slide 7 - Tekstslide

Naomi belt 10 minuten, verstuurt 50 sms'jes en kijkt 3 YouTube-filmpjes van 1 MB per stuk. Zij heeft een sim-only abonnement. Dat kost € 7 voor bellen en sms'en en € 6 voor internetgebruik. Dat is ruim binnen haar bundel.

Slide 8 - Tekstslide

8a

Slide 9 - Tekstslide

8a

Slide 10 - Tekstslide

Naomi belt 10 minuten, verstuurt 50 sms'jes en kijkt 3 YouTube-filmpjes van 1 MB per stuk. Zij heeft een sim-only abonnement. Dat kost € 7 voor bellen en sms'en en € 6 voor internetgebruik. Dat is ruim binnen haar bundel.
8a

Slide 11 - Tekstslide

8c
60
50
0
0
0,35
0,15
7,50
21
28,50

Slide 12 - Tekstslide

8c
10
7
50
3
6
13

Slide 13 - Tekstslide

Hoofdstuk 1: Wikken en wegen
Paragraaf 2: Consumeren met en zonder geld

Slide 14 - Tekstslide

Consumeren kan door:
  1. kopen bij een bedrijf 
  2. zelfvoorziening
  3. de natuur
  4. collectieve voorzieningen

Slide 15 - Tekstslide

1. Kopen bij een bedrijf
  • consumeren door te kopen -> bedrijven produceren om in behoeften van consumenten te voorzien.

Slide 16 - Tekstslide

2. Zelfvoorziening
Zelfvoorziening = de onbetaalde productie voor de eigen behoeften door jezelf of door mensen in je omgeving.

Slide 17 - Tekstslide


A

Slide 18 - Quizvraag

3. consumeren door de natuur
  • Natuurschoon
  • Grondstoffen 

Slide 19 - Tekstslide

4. Collectieve voorzieningen
Je kunt consumeren door gebruik te maken van collectieve voorzieningen.

  • geregeld door de overheid.
  • betaald met belastinggeld (dus door ons allemaal).
  • iedereen mag er gebruik van maken.
  • soms betalen gebruikers een bijdrage.


Slide 20 - Tekstslide

Collectieve voorzieningen

Slide 21 - Sleepvraag

Welvaart en welzijn
  • Welvaart = hoe meer je kunt consumeren, hoe hoger je welvaart.
  • Welzijn = hoe je je voelt.

Slide 22 - Tekstslide

Consumeren kan door:
  1. kopen bij een bedrijf 
  2. zelfvoorziening
  3. de natuur
  4. collectieve voorzieningen

Slide 23 - Tekstslide


A
kopen bij een bedrijf

Slide 24 - Quizvraag

Aan de slag!
- Maak blz. 12 t/m 15

Ben je klaar?
- kijk 1.1 en 1.2 na

Slide 25 - Tekstslide