Oefening H4 Fictie

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3,4

oefening H4 Fictie deel 1

- Je herkent de woorden en deel 2 uitdrukkingen

- Je kent de betekenis van de woorden en uitdrukkingen

Wat is goed gespeld?

1. Denneboom
2. Dennenboom
3. Denne boom
4. Dennen boom

Wat is de goed
uitdrukking?

1. Daar kraait geen haan naar.
2. Daar blaft geen hond naar.
3. Dat raakt haan noch hond.
4. Dat is voor de honden

Wat is de betekenis van:
desnoods?

1. toch
2. zo nodig, als het echt nodig is
3. echt
4. voorlopig

Wat is de betekenis van:
sindsdien

1. nergens
2. per afspraak
3. vanaf die tijd
4. dienen om

Wat is de betekenis van:

tamelijk

1. weinig
2. niet nodig
3. gelijk
4. In behoorlijke mate, nogal

Wat is de betekenis van:
hoofdzakelijk

1. In één woord samengevat
2. vooral, voornamelijk
3. In een volledige zin de belangrijkste informatie van de tekst.
4. hoofdzaken

elders

1. ouders
2. wereldwijd
3. ergens anders
4. rustiger

Wat betekent 'verreweg'?

1. direct, zonder omwegen
2. heel groot/veel, gul
3. veruit, in hoge mate, vooral, voornamelijk
4. afgelegen, ver

Wat is de betekenis van:
CITEREN

1. een verteringsproces
2. maisplanten op gelijke hoogte afsnijden
3. letterlijk een zin/woord overschrijven
4. Zinnen in de juiste volgorde zetten

Wat is de betekenis van:
claimen

1. een beroep doen op
2. verzinsels, verhalen vertellen
3. echt, origineel
4. opeisen/eisen

Wat is de betekenis van:
communiceren

1. Spreken
2. Spreken en luisteren
3. Alleen je lichaamstaal gebruiken
4. contact hebben

Wat is de betekenis van:
functioneren

1. toekomstige
2. een kunstwerk
3. zeer duidelijk
4. werken

Wat is de betekenis van:
gedogen

1. (oogluikend) toestaan
2. streng verbieden
3. negeren

promoten

registreren

stimuleren

uitwerken

verklaren

voorspellen

iets in een soort lijst opnemen

iets wat eerder is gezegd verder uitleggen

bekend maken

zeggen dat iets gaat gebeuren

uitleggen hoe iets komt

bevorderen

uitdrukkingen:
'buiten de boot vallen'

1. uit een boot vallen
2. er niet bij horen, niet geselecteerd worden
3. je valt op bij ander mensen

uitdrukkingen:
'Een lange adem hebben'

1. veel achter elkaar kunnen zeggen
2. gezonde longen hebben
3. iets lang volhouden

uitdrukkingen:
'een oogje dichtknijpen'

1. knipperen met de ogen
2. flirten met een ander
3. vuil in de ogen hebben
4. iets toelaten

uitdrukkingen:
'niet aan te slepen zijn'

1. aan de vraag van iets (product) kan bijna niet worden voldaan.
2. niet te slepen over de grond
3. overgewicht
4. te spits

uitdrukkingen:
'schot in de zaak'

1. een overval
2. het gaat vooruit

Iets uit je duim zuigen

goed door één deur kunnen 

met het verkeerde been uit bed stappen

van een mug een olifant maken

het hazenpad kiezen 

het is weer koek en ei 

het goed met elkaar kunnen vinden

sterk overdrijven

ervandoor gaan

iets verzinnen

de ruzie is voorbij, alles is goed

in een slechte bui zijn