…kun je het doel en het publiek van een programma benoemen;
…kun je benoemen op welke manier een fragment wordt ingeleid of afgesloten;
…ken je drie verschillende luistermanieren en weet je wanneer je ze toepast;
…kun je het onderwerp van een (luister)fragment benoemen;
…kun je de inleiding, het middenstuk en het slot van een fragment herkennen;
…kun je de begrippen solitair, DNA, bonobo en primaat uitleggen.