Ademhaling G4V1AR

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je weet te benoemen wat ademhaling is
2. Je weet waarom het beter is om via je neus te ademen
3. Je weet wat je moet observeren als verpleegkundige bij de ademhaling
4. Je weet waarom en hoe je een saturatiemeter gebruikt

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Neusholte
Neusholte is bedekt met een vochtige laag: het neusslijmvlies

Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn de voordelen
van een
neusademhaling

Slide 6 - Woordweb

Keelholte
Lucht komt na de neusholte en mondholte in de keelholte
Voedsel gaat ook door de keelholte

Bovenin zit de huig
Onderin het strotklepje

Slide 7 - Tekstslide

Keelholte

Slide 8 - Tekstslide


Wat is de huig?
A
1
B
2

Slide 9 - Quizvraag

Waar vindt de gasuitwisseling plaats?
A
In de longblaasjes
B
In de bronchiën
C
In de luchtpijptakjes
D
In de neusholte

Slide 10 - Quizvraag

Waar vindt de gasuitwisseling plaats?
A
In de longblaasjes
B
In de bronchiën
C
In de luchtpijptakjes
D
In de neusholte

Slide 11 - Quizvraag

Ademhalingsstelsel

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Wat is een apneu?
A
Oppervlakkige ademhaling
B
Korte, diepe ademhaling
C
Te lang en te diep ademhalen
D
Afwezigheid van ademhaling

Slide 14 - Quizvraag

Wat verstaan we onder dyspnoe
A
Tekort aan zuurstof
B
Kortademigheid
C
Longonderzoek
D
Een onregelmatige ademhaling

Slide 15 - Quizvraag

Inspiratie & Expiratie
Long vliezen
  • Pleurabalden
  • Pleura visceralis --> vergroeid met de longen
  • Pleura parietalis --> Vergroeid met borstwand en diafragma
  • Hier tussen bevindt zich vocht waardoor er een cohesie kracht ontstaat

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Wat meet je bij de saturatie?
A
De bloeddruk van de patient
B
Percentage zuurstof in de vinger
C
Het percentage hemoglobine gebonden met zuurstof
D
Het percentage hemoglobine gebonden met koolzuur

Slide 19 - Quizvraag

Aandachtpunten saturatie meten
  • Kijk naar de zorgvrager, niet alleen naar de getallen; wat zie je?
  • Nagellak kan de meting beinvloeden
  • Door koude handen is de meting moeilijker uit te voeren (geen mooie curve)

VS

Goede curve
Slechte curve

Slide 20 - Tekstslide

Indicaties voor het meten van de saturatie
  • Ontwennen/ afbouwen van zuurstof
  • Dyspneu
  • Cyanose
  • Afwijkende ademhaling
  • Hoge of lage pols
  • Verandering bewustzijn

Slide 21 - Tekstslide

De normaalwaarde van saturatie is:
A
tussen 95-99%
B
lager dan 95%
C
lager dan 80%
D
hoger dan 99%

Slide 22 - Quizvraag

Wat verwacht je mbt de ademhaling bij iemand met obesitas?
A
Kan minder drukverschil opbouwen, waardoor er minder volume verplaatsing is
B
Kan minder drukverschil opbouwen, waardoor er meer volume verplaatsing is
C
Kan meer drukverschil opbouwen, waardoor er minder volume verplaatsing is
D
Kan meer drukverschil opbouwen, waardoor er meer volume verplaatsing is

Slide 23 - Quizvraag

Leerdoelen
1. Je weet te benoemen wat ademhaling is
2. Je weet waarom het beter is om via je neus te ademen
3. Je weet wat je moet observeren als verpleegkundige bij de ademhaling
4. Je weet waarom en hoe je een saturatiemeter gebruikt

Slide 24 - Tekstslide

Volgende week.... 
Anja komt vertellen hoe het is om moeite te hebben met ademhalen en hoe haar leven is verandert na een longtransplantatie. 
Jullie opdracht: Je levert voor zaterdagavond 9 januari 23:59 uur een document in met daarin: een opening voor Anja, tenminste twee vragen die je haar zou willen stellen en een afsluiting.
Je maakt gebruik van wat je geleerd hebt vandaag en je leerstof uit het boek. 

Slide 25 - Tekstslide