1.2 Botsen en druk (alleen voor KL)

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

1.2 Botsen en druk (KL)

+ herhalingsles voor BL

Voor vandaag

• Wat hebben we de vorige les gedaan?
• Planning tot de toets
• Uitleg KL (zelfstandig werken BL)
• Aan de slag met opgaven 
• Lesafsluiting

Vorige les

Bestaat er eigenlijk wel afval?

Planning tot de toets 

Week	Les 1 (di)	Les 2 (wo)	Les 3 (do)
40	1.2 KL + herhaling BL	x	Samenvatting H1
41	Oefentoets	Oefentoets bespreken	DE TOETS

Toets over hoofdstuk 1

1.1 Het molecuulmodel

1.2 Fasen

1.3 Zinken, zweven en drijven

1.4 Materialen gebruiken

1.5 Omgaan met stoffen 

Deze week

Vandaag (dinsdag): KL uitleg en BL hele les zelfstandig 

Donderdag: samenvatting les over heel H1 

Wat nu?

1. Kader uitleg bij botsen en druk (basis mag meeluisteren)
2. Niet meeluisteren? dan in stilte aan het werk aan:

• Boek doorlezen: kijken wat vind je nog lastig?
• Opdrachten uit boek afmaken/ opnieuw maken/ nakijken
• Blad met leervragen bij langs (zie Magister mail) 
• Samenvatting maken 

Eerst tijdens uitleg in stilte aan het werk, daarna vragen stellen.

Leerdoelen bij 1.2

Je kunt antwoord geven op deze vragen:

• Waardoor oefent een gas druk uit?

• Hoe bereken je druk?

• Waarmee meet je de druk?
  
• Waar vind je info over de druk?

Wat is druk?

Druk = een kracht uitoefenen op een oppervlakte. 

Druk 

• Druk speelt een rol bij vaste stoffen, maar ook bij vloeistoffen en gassen. 
• Bak met water: daar wordt de druk uitgeoefend op de zijden van de bak. 
• Als je een lege glazen pot hebt waar alleen lucht in zit, oefent die lucht ook druk uit op het glas. 

Luchtdruk 

• De lucht bestaat voornamelijk uit de gassen stikstof en zuurstof
• Ook in de lucht zijn botsende moleculen = luchtdruk

Luchtdruk = de druk die lucht uitoefent op voorwerpen

In de gasfase hebben moleculen dus heel veel beweging, botsen teken 

elkaar

Luchtdruk

• Gasmoleculen bewegen de hele tijd en botsen 
• Wil je een gas op z'n plaats houden? Dan heb je een vat met een deksel nodig. 
• Open je de deksel? Dan is het gas zo weg.  

Luchtdruk

• Elke keer als een molecuul tegen de wand drukt oefent het een kleine kracht uit op de want
• 1 botsing is niet zoveel kracht 
• Maar miljarden botsingen wel!

Luchtdruk

• In een spuitbus zit boven de vloeistof een gas

Luchtdruk

• Neemt toe als je dichter bij het aardoppervlakte bent 

Hoe verder van de aarde (hoger in de lucht), hoe minder lucht en hoe lager de luchtdruk

Hoe hoger, hoe minder lucht, hoe lager de luchtdruk

Leervraag: hoe bereken je de druk?

Druk = een kracht uitoefenen op een oppervlakte. 

Berekenen van de druk

Druk = een kracht uitoefenen op een oppervlakte. 

druk=​oppervlakte​​kracht​​

druk=​oppervlakte​​kracht​​

Oppervlakte

In m2

Kracht 

• Kracht kan een voorwerp van snelheid of vorm veranderen
• Hoe meer kracht hoe groter de druk
• Eenheid van kracht = Newton

Eenheden van de druk

De kracht in Newton (N)

Oppervlakte in m2

Druk in N / m2 (of pascal, Pa)

druk=​oppervlakte​​kracht​​

Omschrijven van de formule

Oefenvraag

De kracht van botsende moleculen op een deksel is 100 N. De oppervlakte van de deksel is 0,50 m². Bereken de druk.

1. Gegeven
   
2. Gevraagd
   
3. Formule
   
4. Berekening
   
5. Antwoord
   

Wat nu te doen

• KL: Maak opdracht 1 t/m 12 van 1.2 (is huiswerk) 
• BL: ga verder waar je mee bezig was
• Overleggen met degene naast je 
• Klaar? LAAT DIT AAN MIJ ZIEN

Pas opruimen als ik het aangeef!

Leerdoelen bij 1.2

Je kunt antwoord geven op deze vragen:

• Waardoor oefent een gas druk uit?

• Hoe bereken je druk?

• Waarmee meet je de druk?
  
• Waar vind je info over de druk?

Einde van de les

• Huiswerk KL: maak opgave 1 t/m 12 van 1.2
• Huiswerk BL: zorg dat je met vragen komt: weet wat je al kan/ nog lastig vindt 
• Volgende les gaan we een samenvatting les over heel H1

Blijf zitten tot de bel is gegaan!

Les 2 van 1.2

Botsen en druk

Voor vandaag

• Vorige les 
• Verdere uitleg bij 1.2 botsen en druk 
• Opdrachten maken bij 1.2 / meedoen met de uitleg over samenvatting van heel H1
• Lesafsluiting 

Leerdoelen bij 1.2

Je kunt antwoord geven op deze vragen:

• Waardoor oefent een gas druk uit?

• Hoe bereken je druk?

• Waarmee meet je de druk?
  
• Waar vind je info over de druk?

Wat is druk?

Druk = een kracht uitoefenen op een oppervlakte. 

Eenheden van de druk

De kracht in Newton (N)

Oppervlakte in m2

Druk in N / m2 (of pascal, Pa)

druk=​oppervlakte​​kracht​​

Omschrijven van de formule

Oefenvraag 1

Op de wand van een gasfles werkt een kracht van 140.000 N. De oppervlakte van de fles is 0,8 m². Bereken de druk in de fles.

1. Gegeven
   
2. Gevraagd
   
3. Formule
   
4. Berekening
   
5. Antwoord
   

Oefenvraag 2

Een baksteen ligt op het strand. De kracht op het zand is 20 N.

De druk onder de baksteen bedraagt 0,011 N/cm2. Bereken de oppervlakte van de onderkant van de baksteen.

1. Gegeven
   
2. Gevraagd
   
3. Formule
   
4. Berekening
   
5. Antwoord
   

Leervraag: waarmee meet je de druk?

Manometer

Luchtdruk meet je met een barometer.

Gasdruk meet je met een manometer

(je meet het VERSCHIL met de gewone luchtdruk van 1 bar).

Geeft een manometer 2 bar aan? dan zit er 2 bar meer in dan de atmosferische druk. Dus totaal 3 bar.

Leervraag: waar vind je informatie over de druk?

Binas

• Druk in N/m2
• 1 N/m2 = 1 Pa
• De luchtdruk op aarde = 100 000 N/m2 dus 100 000 Pa

hectopascal

• Weerkundigen gebruiken vaak hectopascal (hPa)
• 1 hPa = 100 Pa
• De luchtdruk op aarde is 100 000 : 100 = 1000 hPa

Wat nu te doen

• KL: Maak opdracht 13 t/m 21 in je boek
• BL: ga verder waar je mee bezig was 
• Overleggen met degene naast je 
• Klaar? LAAT DIT AAN MIJ ZIEN 

Leerdoelen bij 1.2

Je kunt antwoord geven op deze vragen:

• Waardoor oefent een gas druk uit?

• Hoe bereken je druk?

• Waarmee meet je de druk?
  
• Waar vind je info over de druk?

Einde van de les

Huiswerk BL: leren voor de oefentoets, kijken naar de onderwerpen die je nog lastig vindt. 

Huiswerk KL: ook kijken waar je nog tegenaan loopt + 1.2 af 

Volgende les: gaan we de oefentoets maken!

Blijf zitten tot de bel is gegaan.