BiM4 H4.3 les 1

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Welke onderdelen horen bij Charles Darwin?

Beagle

Galapagos eilanden

wereldreis

vinken

On the origin of species by means of natural selction

veredelen

kunstmatige selectie

Deze les:

leerdoelen

uitleg paragraaf 3

keuze: verder of starten met H12 of verder oefenen aan H11

doelencheck

vooruitblik

Leerdoelen deze les:

Ik kan:

• vertellen wat de evolutietheorie inhoud en wie deze heeft bedacht, vertellen welke 3 factoren van belang zijn bij de evolutie theorie en dus uitleggen wat natuurlijke selectie inhoud.
  
• vertellen wat het verband tussen H11 en H12 is

H4 Evolutietheorie

Je zou kunnen zeggen dat evolutie erfelijkheid is over een heeeeele lange periode. 

01:45

De kleur van de vacht van de beren noem je een variatie

1. waar
2. niet waar

02:13

De vacht kleur is erfelijk

1. waar
2. niet waar

02:40

De ontstane erfelijke variatie (door bijvoorbeeld mutatie) heeft een voordeel m.b.t. het overleven van de soort.

1. waar
2. niet waar

03:06

Darwin heeft dus de evolutie theorie bedacht, moet je die geloven?

1. ja
2. nee

Wat wel moet is dat je de evolutietheorie kent en weet wie het heeft bedacht. 

We voeren er dus geen discussie over of het wel of niet zo is, maar we leren hem wel toepassen. 

De 3 factoren van de evolutie theorie

Om nieuwe soorten te laten ontstaan (dus evolutie te laten plaatsvinden) heb je een aantal dingen nodig:

1. variatie in fenotype

2. de variatie is erfelijk, ontstaan door een mutatie.

3. Er is een bepaalde variatie die beter is aangepast op de omgeving. 

Hierdoor vindt er (natuurlijke) selectie (= survival of the fittest) plaats. 

Wie?

Darwin is de bedenker van de evolutie theorie. "Origin of species" (het ontstaan van soorten). "Suvival of the fittest"

Soorten? 

Om te weten hoe nieuwe soorten ontstaan moet je eerst weten wat een soort is. 

Wat is juiste omschrijving van een soort?

1. alleen organismen van dezelfde soort kunnen zich voorplanten en leven in hetzelfde gebied.
2. alleen organismen van dezelfde soort kunnen vruchtbare nakomelingen krijgen.
3. alle organismen van dezelfde soort hebben hetzelfde genotype
4. alle organisme van dezelfde soort hebben hetzelfde fenotype

Aan de slag:

Wat ga je doen? 

maken examenopdrachten  erfelijkheidsboekje

Hoe? zoek je plekje: een van  de andere kleinere groepjes

Hulp? vraag in de kleinere groepjes eerst je groepsgenoten, lukt dat niet dan vraag je mij,  Theorie staat op in get boek of bekijk uitlegfilmpjes op de studiewijzer.

Tijd? ong 20 minuten

Uitkomst? opdrachten zijn beantwoord

Klaar? maak een begrippen lijst. 

Aan de slag:

Wat ga je doen? 

maken opdracht 15, 16 en 17

Hoe? zelfstandig; zoek je plekje: een van  de andere kleinere groepjes (dus niet de grote groep)

Hulp? vraag in de kleinere groepjes eerst je groepsgenoten, lukt dat niet dan vraag je mij,  Theorie staat op in get boek in paragraaf 4.2

Tijd? ong 20 minuten

Uitkomst? opdrachten zijn beantwoord

Klaar? plusopdrachten maken van paragraaf 4,2 opgave 18 en 19

Aan de slag:

Wat ga je doen? 

nakijken de stamboomvragen

Hoe? samen; zoek je plekje: de uitleggroep

Hulp? je docent

Tijd? ong 20 minuten

Uitkomst? opdrachten zijn nagekeken

Klaar? maken examenvragen

In hoeverre begrijp jij de evolutie theorie?

😒🙁😐🙂😃

In hoeverre kun jij aangeven wat de samenhang is tussen erfelijkheid (h11) en evolutie (H12) is

😒🙁😐🙂😃

Huiswerk

leren: 

erfekijkheidsboekje en paragraaf 4.2

maken: 

opdrachten 11 t/m 17

nakijken: 

opdrachten erfelijkheid

voorbereiden: 

lezen blz 169

Tot maandag!