Bi4M4 evolutie

Welke onderdelen horen bij Charles Darwin?
Beagle
Galapagos eilanden
wereldreis
vinken
On the origin of species by means of natural selction
veredelen
kunstmatige selectie
1 / 30
volgende
Slide 1: Sleepvraag
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Welke onderdelen horen bij Charles Darwin?
Beagle
Galapagos eilanden
wereldreis
vinken
On the origin of species by means of natural selction
veredelen
kunstmatige selectie

Slide 1 - Sleepvraag

Deze les:
terugblik (teruggave gemaakte opgave, eventueel bij de uitleg tafel zitten)
leerdoelen van deze les
uitleg evolutie en natuurlijke selectie
werken aan de opdrachten evolutie
doelencheck

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen deze les:
Na deze les kan je:
  • Vertellen wat de evolutietheorie inhoud (vertellen welke 3 factoren van belang zijn,en dus uitleggen wat natuurlijke selectie inhoud)
  • Vertellen wie de evolutie theorie heeft bedacht.
  • Toepassen van de evolutietheorie bij vraagstukken.
  • vertellen wat het verband tussen erfelijkheid en evolutie is.

Slide 3 - Tekstslide

Evolutietheorie
Je zou kunnen zeggen dat evolutie erfelijkheid is over een heeeeele lange periode. 

Slide 4 - Tekstslide

4

Slide 5 - Video

01:45
De kleur van de vacht van de beren noem je een variatie
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

02:13
De vacht kleur is erfelijk
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

02:40
De ontstane erfelijke variatie (door bijvoorbeeld mutatie) heeft een voordeel m.b.t. het overleven van de soort.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

03:06
Darwin heeft dus de evolutie theorie bedacht, moet je die geloven?
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quizvraag

De kleur van de vacht van de beren noem je een variatie
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

De vacht kleur is erfelijk
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

De ontstane erfelijke variatie (door bijvoorbeeld mutatie) heeft een voordeel m.b.t. het overleven van de soort.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Darwin heeft dus de evolutie theorie bedacht, moet je die geloven?
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quizvraag

Wat wel moet is dat je de evolutietheorie kent en weet wie het heeft bedacht. 
We voeren er dus geen discussie over of het wel of niet zo is, maar we leren hem wel toepassen. 

Slide 14 - Tekstslide

De 3 factoren van de evolutie theorie
Om nieuwe soorten te laten ontstaan (dus evolutie te laten plaatsvinden) heb je een aantal dingen nodig:
1. variatie in fenotype
2. de variatie is erfelijk, ontstaan door een mutatie.
3. Er is een bepaalde variatie die beter is aangepast op de omgeving. 
Hierdoor vindt er (natuurlijke) selectie (= survival of the fittest) plaats. 

Slide 15 - Tekstslide

Wie?
Darwin is de bedenker van de evolutie theorie. "Origin of species" (het ontstaan van soorten). "Suvival of the fittest"

Slide 16 - Tekstslide

Soorten? 
Om te weten hoe nieuwe soorten ontstaan moet je eerst weten wat een soort is. 

Slide 17 - Tekstslide

Wat is juiste omschrijving van een soort?
A
alleen organismen van dezelfde soort kunnen zich voorplanten en leven in hetzelfde gebied.
B
alleen organismen van dezelfde soort kunnen vruchtbare nakomelingen krijgen.
C
alle organismen van dezelfde soort hebben hetzelfde genotype
D
alle organisme van dezelfde soort hebben hetzelfde fenotype

Slide 18 - Quizvraag

Een deel van soort is beter aangepast aan de omgeving door een erfelijke variatie en kan daardoor voor meer nakomelingen zorgen . Hoe noemen we dit?
A
een nieuwe soort
B
natuurlijke selectie
C
veredelen en kruisen

Slide 19 - Quizvraag

Evolutie versnellen
Dit kan op kunstmatige wijze door veredelen en kunstmatige selectie. Dit wordt door mensen gedaan met dieren en planten. Hierbij ontstaat niet direct nieuwe soorten, maar wel rassen. 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Waar of niet waar? De evolutietheorie zegt dat de mens uit een chimpansee is ontstaan. Leg je antwoord uit.

Slide 22 - Woordweb

Aan wie zijn wij het nauwst verwant?
A
orang-oetan
B
gibbon-aap
C
gorilla
D
bonobo

Slide 23 - Quizvraag

verwantschapsschema

Slide 24 - Tekstslide

Voorouders A en B zijn dus dood

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Aan de slag:
Wat ga je doen? 
maken rest evolutievragen
Hoe? zoek je plekje: een van  de  kleinere groepjes of bij vragen bij de uitleg tafel
Hulp? vraag in de kleinere groepjes eerst je groepsgenoten, lukt dat kom je bij de uitlegstafel zitten.  
Tijd? ong 20 minuten
Uitkomst? opdrachten zijn beantwoord
Klaar? nakijken en extra oefenen.

Slide 28 - Tekstslide

In hoeverre begrijp jij de evolutie theorie?
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

In hoeverre kun jij aangeven wat de samenhang is tussen erfelijkheid en evolutie is
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll