GS herh 2.1 en intro 2.2 TH 2

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Oefentoetsje 2.1

Check hiermee of je de leerdoelen van 2.1 hebt gehaald

In de 18e eeuw ging het ... met de Nederlandse economie

1. goed
2. slecht

Bedrijven maakten steeds ... winst.

1. meer
2. minder

Er was steeds ... handel en nijverheid.

1. meer
2. minder

Er was steeds ... armoede.

1. meer
2. minder

Er was steeds ... werkloosheid.

1. meer
2. minder

Iedereen in Nederland was arm.

1. ja
2. nee

Je kunt uitleggen hoe het ging met de Nederlandse economie.

1. ja kan ik al
2. nee kan ik nog niet
3. kan ik al meer wel dan nog niet
4. kan ik meer nog niet dan al wel

Uit hoeveel standen bestond de Franse standenmaatschappij?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Adel/ edelen

1. 1e stand
2. 2e stand
3. 3e stand
4. 4e stand

Boeren, en later ook burgers

1. 1e stand
2. 2e stand
3. 3e stand
4. 4e stand

Wie zaten er in de 1e stand?

Wie moesten belasting betalen en mochten maar weinig?

1. 1e stand
2. 2e stand
3. 3e stand
4. 4e stand

Wie hoefden geen belasting betalen en mochten bijna alles?

1. 1e stand
2. 2e stand
3. 3e stand
4. 4e stand

Je kunt uitleggen welke sociale verhoudingen er waren in Frankrijk.

1. ja kan ik al
2. nee kan ik nog niet
3. kan ik al meer wel dan nog niet
4. kan ik meer nog niet dan al wel

Volgens De Verlichting kun je alles met het ... verklaren

De Verlichting vond plaats in ... landen

1. noordelijke
2. oosterse
3. westerse
4. zuidelijke

Belangrijkste rechten van burgers

Rechten voor alle mensen

Je kunt uitleggen welke nieuwe ideeën er ontstonden.

1. ja kan ik al
2. nee kan ik nog niet
3. kan ik al meer wel dan nog niet
4. kan ik meer nog niet dan al wel

Introductie 2.2

Een korte kennismaking met de nieuwe paragraaf

Je kunt uitleggen hoe de Franse revolutie begon.

1. ja kan ik al
2. nee kan ik nog niet
3. kan ik al meer wel dan nog niet
4. kan ik meer nog niet dan al wel

Je kunt uitleggen welke politieke veranderingen plaatsvonden tijdens de Franse revolutie.

1. ja kan ik al
2. nee kan ik nog niet
3. kan ik al meer wel dan nog niet
4. kan ik meer nog niet dan al wel

Je kunt uitleggen welke binnenlandse veranderingen onder Napoleon plaatsvonden.

1. ja kan ik al
2. nee kan ik nog niet
3. kan ik al meer wel dan nog niet
4. kan ik meer nog niet dan al wel

Je kunt uitleggen hoe een groot deel van Europa onder Franse heerschappij kwam te staan.

1. ja kan ik al
2. nee kan ik nog niet
3. kan ik al meer wel dan nog niet
4. kan ik meer nog niet dan al wel