Herhaling Mol en Molariteit

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Herhaling Mol en Molariteit

Bereken hoeveel gram water overeenkomt met 3,6 mol water. Gebruik BINAS 98.

Antwoord

Molmassa H₂0 = 18,015 g/mol

3,6 x 18,015 =  65 gram H₂0

(twee significante cijfers)

Bereken hoeveel gram koolstofdioxide overeenkomt met 2,14 mol koolstofdioxide. Gebruik BINAS 98.

Antwoord

Molmassa CO₂ = 44,010 g/mol

2,14 x 44,010 = 94,2 gram CO₂

(drie significante cijfers)

Bereken hoeveel mol water overeenkomt met 9,42 gram water. Gebruik BINAS 98.

Antwoord

Molmassa H₂0 = 18,015 g/mol

9,42 / 18,015 = 0,523 mol H₂0

(drie significante cijfers)

Bereken hoeveel mol koolstofdioxide overeenkomt met 8,44 gram koolstofdioxide. Gebruik BINAS 98.

Antwoord

Molmassa CO₂ = 44,010 g/mol

8,44 / 44,010 = 0,192 mol CO₂

(drie significante cijfers)

Je lost 1,30 mol keukenzout op in 6,0 liter water. Bereken de molariteit van de oplossing die ontstaat.

Antwoord

Molariteit = 1,30 mol / 6,0 L = 0,21 M

(twee significante cijfers)

Je lost 1,42 mol glucose op in 2,50 liter water. Bereken [ C6H12O6 ].

1. 0,6 M
2. 1,8 M
3. 0,568 M
4. 1,76 M

Je lost 0,056 mol NaCl op in 1,500 liter water.
De molverhouding tussen NaCl en Na+ = 1 : 1.
Bereken [ Na+ ].

Antwoord

Uit 0,056 mol NaCl ontstaat ook 0,056 mol Na⁺

[Na⁺] = 0,056 mol / 1,500 L = 0,037 M

(2 significante cijfers)

Je lost 0,056 mol Na2SO4 op in 1,500 liter water. De molverhouding tussen Na2SO4 en Na+ = 1 : 2. Bereken [ Na+ ].

Antwoord

Uit 0,056 mol Na₂SO₄ ontstaat dus 0,112 mol Na⁺

[Na⁺] = 0,112 mol / 1,500 L = 0,075 M

(2 significante cijfers)

Je lost 0,348 mol Na3PO4 op in 4,20 liter water. De molverhouding tussen Na3PO4 en Na+ = 1 : 3. Bereken [ Na+ ].

Antwoord

Uit 0,348 mol Na₃PO₄ ontstaat dus 1,044 mol Na⁺

[Na⁺] = 1,044 mol / 4,20 L = 0,249 M

(3 significante cijfers)

Well Done!